Search

Preken

Onderwerp 3: Het evangelie van het water en de Geest

[3-1] De Eeuwige Verlossing (Johannes 8:1-12)

 Als We Dingen volgens de Wet Doen, Kan Ons Dat Redden?
(Johannes 8:1-12)
“Maar Jezus ging naar den Olijfberg. En des morgens vroeg kwam Hij wederom in den tempel, en al het volk kwam tot Hem; en nedergezeten zijnde, leerde Hij hen. En de Schriftgeleerden en de Farizeen brachten tot Hem een vrouw, in overspel gegrepen. En haar gesteld hebbende in het midden, zeiden zij tot Hem: Meester, deze vrouw is op de daad zelve gegrepen, overspel begaande. En Mozes heeft ons in de wet geboden, dat dezulken gestenigd zullen worden; Gij dan, wat zegt Gij? En dit zeiden zij, Hem verzoekende, opdat zij iets hadden, om Hem te beschuldigen. Maar Jezus, nederbukkende, schreef met den vinger in de aarde. En als zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op, en zeide tot hen: Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen op haar. En wederom nederbukkende, schreef Hij in de aarde. Maar zij, dit horende, en van hun geweten overtuigd zijnde, gingen uit, de een na den andere, beginnende van de oudsten tot de laatsten; en Jezus werd alleen gelaten; en de vrouw in het midden staande. En Jezus, Zich oprichtende, en niemand ziende dan de vrouw, zeide tot haar: Vrouw, waar zijn deze uw beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld? En zij zeide: Niemand, Heere! En Jezus zeide tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en zondig niet meer. Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: ‘Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.’”
 
 
Hoeveel zonde nam Jezus weg?
Alle zonden van de wereld
 
Jezus gaf ons de eeuwige verlossing. Er is niemand in deze wereld die niet verlost kan worden als hij in Jezus als zijn verlosser gelooft. Hij verloste ons allemaal. Als er een zondaar is die onder zijn zonden lijdt, dan komt dat doordat hij niet begrijpt, hoe Jezus hem door Zijn doopsel van al zijn zonden heeft bevrijd.
Wij zouden allemaal het geheim van de zaligmaking moeten kennen en erin moeten geloven. Jezus heeft alle zonden door Zijn Doopsel van ons overgenomen, en Hij heeft het oordeel voor onze zonden gedragen en Hij stierf voor ons aan het Kruis.
U moet in de zaligmaking van het water en de Geest geloven; de eeuwige verlossing van alle zonden. U moet geloven in Zijn enorme liefde die u reeds rechtvaardig heeft gemaakt. Geloof in wat Hij voor uw zaligheid gedaan heeft in de rivier de Jordaan en aan het Kruis.
Jezus kende al onze verborgen zonden. Sommige mensen hebben een fout beeld van zonde. Zij denken dat sommige zonden niet verlost kunnen worden. Jezus heeft alle zonden verlost, iedere enkele zonde.
Er is niet één zonde in deze wereld die Hij weggelaten heeft. Omdat Hij alle zonden in deze wereld verlost heeft, zijn er geen zondaars meer. Kent u het evangelie dat al uw zonden verloste, zelfs uw zonden van de toekomst? Geloof erin en wordt gered. En keer terug naar de heerlijkheid van God.
 
 

DE VROUW, DIE OP HETERDAAD BETRAPT WERD OP OVERSPEL

 
Hoeveel mensen op de wereld plegen overspel?
Allemaal
 
In Johannes 8, is een vrouw die op heterdaad betrapt werd op overspel. En we zien hoe ze gered wordt door Jezus. Wij zouden graag de genade die ze ontving, willen delen. Het is niet te veel gezegd dat alle menselijke wezens hun gehele levens overspel plegen. Elke persoon pleegt overspel.
Als dit niet zo schijnt, dan is dat alleen maar omdat we het zo vaak doen dat het net is alsof we het niet doen. Waarom? We leven met zoveel overspel in ons leven.
Ik kijk naar de vrouw en vraag me af of er iemand onder ons is die geen overspel heeft gepleegd. Er is niemand die niet net zoals de vrouw die betrapt werd, overspel heeft gepleegd. Wij allemaal. Wij doen alleen maar net alsof we het nooit doen.
Denkt u dat ik ongelijk heb? Nee, ik heb geen ongelijk. Kijk er maar eens aandachtig naar. Iedereen hier op aarde heeft het gedaan. Zij plegen overspel door naar de vrouwen op straat te staren, in hun gedachten en in hun daden, het maakt niet uit wanneer of waar.
Zij zijn zich er alleen niet bewust van dat zij het doen. Er zijn veel mensen die tot de dag dat zij sterven, zich niet realizeren dat zij gedurende hun leven ontelbare keren overspel pleegden. Niet alleen zij die betrapt werden, maar wij allemaal die nooit betrapt werden. Alle mensen doen het in gedachten en in hun daden. Is dit niet een deel van ons leven?
Heb ik u van streek gemaakt? Het is echter de waarheid. Wij proberen het maar te verzwijgen omdat we ons schamen. Ik denk dat de mensen tegenwoordig de hele tijd overspel plegen maar het zich niet realizeren.
Ook in hun ziel plegen mensen overspel. Wij, de schepsels van God, leven op deze aarde zonder ons ooit te realizeren dat we ook geestelijk overspel plegen. Andere goden aanbidden, is geestelijk overspel plegen, omdat de Heer de enigste Echtgenoot is van de hele mensheid.
De vrouw die op heterdaad betrapt werd was net als de rest van ons een menselijk wezen, en zij ontving de genade van God, net zoals wij die verlost zijn. Maar de schijnheilige Farizeën lieten haar in hun midden staan en wezen met hun vinger naar haar alsof zij rechters waren, en zij stonden op het punt om haar met stenen te stenigen. Ze wilden haar belachelijk maken en haar veroordelen alsof zijzelf rein waren, alsof zij nooit overspel hadden gepleegd.
Mijn mede-Christenen, zij die erkennen dat zij een en al zonde zijn, oordelen niet over anderen voor God. Integendeel, omdat zij weten dat ook zij hun leven lang overspel plegen, ontvangen zij de genade van God die ons allemaal verlost heeft. Enkel zij die zich realizeren dat zij zondaars zijn die steeds overspel plegen, hebben het recht om verlost te worden voor God.
 
 
WIE ONTVANGT GODS GENADE?
 
Wie krijgen Gods genade?
De onwaardigen

Ontvangt hij die rein leeft, zonder overspel te plegen, Zijn genade, of krijgt hij die onwaardig is en toegeeft dat hij een zondaar is Zijn genade? Hij die toegeeft dat hij een zondaar is, is diegene die de rijkelijke genade van Zijn verlossing krijgt. Zij die er niets aan kunnen doen, zij die zwak en machteloos zijn, ontvangen zijn verlossing. Zij zijn het, die Zijn genade hebben.
Zij die denken dat ze zonder zonde zijn, kunnen niet verlost worden. Hoe kunnen zij de genade van Zijn verlossing ontvangen als er niets te verlossen valt?
De schriftgeleerden en de Farizeën sleepten de vrouw, die op heterdaad betrapt was met overspel, voor Jezus en zij zetten haar in hun midden en vroegen Hem, “Meester, deze vrouw is op de daad zelve gegrepen, overspel begaande.Wat zegt U?”
Waarom brachten zij de vrouw naar Hem en beproefden Hem?
Zijzelf hadden ook velen malen overspel gepleegd, maar zij probeerden haar te veroordelen en haar door Jezus te vermoorden en zo de schuld op Hem te schuiven.
Jezus wist wat zij van plan waren, en hij wist alles van de vrouw af. Dus zei Hij, “Wie zonder zonde is, werpe den eersten steen.” Toen begonnen de schriftgeleerden en de Farizeën één voor één te vertrekken, beginnend bij de oudste tot en met de laatste toe, en enkel Jezus en de vrouw bleven over.
Diegenen die vertrokken, waren de schriftgeleerden en de Farizeën, de religieuze leiders. Zij stonden op het punt om de vrouw die op heterdaad betrapt werd, te veroordelen alsof zijzelf geen zondaars waren.
Jezus verkondigde Zijn liefde in deze wereld. Hij was de Gastheer van de liefde. Jezus gaf mensen voedsel, bracht de doden terug, gaf weer leven aan de zoon van een weduwe, herleefde Lazarus, heelde melaatsen, en werkte wonders voor de armen. Hij nam alle zonden van alle zondaars weg en gaf hun de zaligmaking.
Jezus houdt van ons. Hij is de Almachtige die alles kan, maar de Farizeeën beschouwden Hem als hun vijand. Daarom brachten zij de vrouw naar Hem en beproefden Hem.
Zij vroegen, “Meester, Mozes, in de wet, gebiedde ons zulks te stenigen. Maar wat zegt U?” Zij dachten dat Hij hen zou zeggen haar te stenigen. Waarom? Als wij veroordeeld zouden worden naar wat er in de Wet van God geschreven staat, zouden alle mensen die overspel gepleegd hebben, zonder uitzondering, gestenigd moeten worden.
Iedereen zou gestenigd moeten worden en iedereen is voorbestemd om naar de hel te gaan. Het loon van de zonde is de dood. Echter, Jezus zei hun niet haar te stenigen, maar in plaats daarvan zei Hij, “Wie zonder zonde is, werpe den eerste steen.”
 
Waarom gaf God ons de 613 artikelen van de Wet?
Om ons ervan bewust te maken dat we zondaars zijn
 
De Wet brengt toorn. God is heilig en Zijn Wet eveneens. Deze Heilige Wet kwam in 613 artikelen naar ons. De reden waarom God ons 613 Wetsartikelen gaf is, om ons te laten realiseren dat wij zondaars zijn, dat we onvolmaakte wezens zijn. Het leert ons dat we naar Gods genade moeten kijken om verlost te worden. Als we dit niet wisten en alleen maar aan het geschrevene dachten, zouden we allemaal gestenigd zijn geworden net zo zeker als de vrouw die op heterdaad betrapt werd.
De schriftgeleerden en Farizeën die de waarheid van Zijn Wet niet kenden, dachten dat zij de vrouw en misschien ook ons, konden stenigen. Wie kan er stenen naar een hulpeloze vrouw gooien? Zelfs als zij op heterdaad betrapt werd, niemand op deze wereld zou stenen naar haar kunnen gooien.
Als de vrouw en een ieder van ons, slechts veroordeeld zou worden volgens de Wet, dan zouden wij net zoals de vrouw een verschrikkelijk oordeel ontvangen. Maar Jezus redde ons, zondaars, van onze zonden en van het gerechte oordeel. Wie van ons, met al onze zonden, zou blijven leven, als de Wet van God letterlijk zou worden toegepast? Ieder van ons zou in de hel eindigen.
Maar de schriftgeleerden en Farizeën kenden alleen de geschrevene Wet. Als Zijn Wet juist werd toegepast, zou het hen net zo goed doden als diegene die door hen werd veroordeeld. In feite, werd de wet van God aan de mensen gegeven, zodat zij zich hun zonden konden realiseren, maar zij hebben geleden omdat zij het verkeerd begrepen en fout uitvoerden.
De Farizeën van tegenwoordig kennen net als de Farizeën in de Bijbel alleen de Wet zo hoe die is geschreven. Zij zouden het evangelie van de genade, de gerechtigheid en de waarheid van God moeten begrijpen. Hen moet het evangelie van de verlossing geleerd worden, zodat ze gered kunnen worden.
De Farizeën zeiden, “De wet gebiedde ons zulks te stenigen. Maar wat zegt U?” vroegen ze, de stenen zelfverzekerd vasthoudend. Zij waren ervan overtuigd dat Jezus er niets over te zeggen had. Zij wachtten erop dat Jezus toehapte.
Als Jezus volgens de Wet had geoordeeld, zou Hij ook door hun gestenigd zijn. Hun doel was het om beiden te stenigen. Als Jezus gezegd had de vrouw niet te stenigen, zouden zij gezegd hebben dat Jezus de Wet van God veracht had, en ze zouden Hem hebben gestenigd voor godslastering. Wat een vreselijk komplot was het!
Maar Jezus bukte zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond, en zij bleven Hem vragen, “Wat zegt U? Wat schrijft U op de grond? Beantwoordt onze vraag. Wat zegt U?” Zij wezen naar Jezus en bleven hem lastigvallen.
Jezus stond op en zei hun dat diegene onder hen die vrij van zonde was de eerste steen naar haar moest werpen. Toen boog Hij zich voorover en ging verder met het schrijven op de grond. Zij die het gehoord hadden gingen toen, veroordeeld door hun geweten, één voor één weg, beginnend bij de oudste, tot de laatste toe. En Jezus werd alleen gelaten, met de vrouw in Zijn aanwezigheid.
 
 
"WIE VRIJ VAN ZONDEN IS, WERPE DE EERSTE STEEN"
 
Waar zijn de zonden opgenomen?
Op de tafel van ons hart en in het Boek van Werken
 
Jezus zei hen, “Wie vrij van zonden is, werpe de eerste steen,” en Hij bleef op de grond schrijven. Toen begonnen een paar ouderen weg te gaan. De oudere Farizeeërs die meer zonden hadden begaan gingen het eerste weg. De jongeren gingen ook weg. Laten we ons voorstellen dat Jezus tussen ons staat en dat wij om de vrouw staan. Als Jezus tegen ons had gezegd, dat diegene die zonder zonden is, de eerste steen moest gooien, wat zou u dan gedaan hebben?
Wat had Jezus op de grond geschreven? God onze schepper, schrijft onze zonden op twee verschillende plaatsen op.
Ten eerste schrijft Hij onze zonden op de tafel van ons hart. “De zonden van Juda is geschreven met een ijzeren griffie, met de punt eens diamants; gegraven in de tafel van hunlieder hart, en aan de hoornen uwer altaren” (Jeremia 17:1)
God praat met ons door Juda die onze vertegenwoordiger is. De zonden van de mensen zijn gegraveerd met een ijzeren pen, met de punt van diamanten. Ze worden vastgelegd op de tafel van ons hart. Jezus bukte zich en schreef op de grond dat alle mensen zondaars zijn.
God weet dat we zondigen en Hij graveert de zonden op de tafel van ons hart. Ten eerste registreert Hij onze werken, de zonden die zijn begaan, omdat wij kwetsbaar zijn voor de Wet. Als de zonden in ons hart zijn opgenomen, realiseren we ons dat we zondaars zijn als we naar de Wet kijken. Omdat Hij ze in ons hart en geweten heeft vastgelegd, weten wij dat we zondaars voor Hem zijn.
En Jezus bukte zich een tweede keer om op de grond te schrijven. De Geschriften zeggen dat al onze zonden ook in het bijzijn van God in het Boek van Werken zijn opgenomen (Openbaring 20:12). De naam van elke zondaar en zonden worden vastgelegd in het Boek. En zij zijn ook opgenomen op de tafel van het hart van de persoon. Onze zonden worden twee keer opgenomen; in het Boek van Werken en op de tafel van ons hart.
De zonden zijn op de tafel van een ieder’s hart opgenomen, jong of oud. Daarom hadden ze niets te zeggen over hun zonden vóór Jezus. Zij die de vrouw probeerden te stenigen waren hulpeloos voor Zijn woorden.
 
Wanneer zijn onze zonden die opgenomen zijn op twee plaatsen, uitgewist?
Als wij in ons hart de verlossing Accepteren van het water en het bloed van Jezus.
 
Als u echter Zijn zaligmaking ontvangt, zullen al uw zonden in het Boek van Werken uitgewist worden en uw naam zal worden toegevoegd aan het Boek van Leven. Wiens naam in het Boek van Leven verschijnt, gaat naar de Hemel. Hun goede daden, de dingen die zij in deze wereld voor Gods Koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid gedaan hebben worden ook opgenomen in het Boek van Leven. Zij worden toegelaten in de Hemel. Zij die van hun zonden verlost zijn gaan het land van de eeuwigheid binnen.
De zonden van elke persoon zijn opgenomen op twee plaatsen. Niemand kan God dus bedriegen. Er is niemand die niet gezondigd heeft en die in zijn hart nooit overspel heeft gepleegd. Wij zijn allemaal zondaars en onvolmaakt.
Zij die de verlossing van Jezus niet in hun hart geaccepteerd hebben kunnen niet anders dan lijden onder hun zonden. Ze zijn niet zelfverzekerd. Zij zijn bang voor God en hun medemensen, vanwege hun zonden. Maar op het moment waarop zij het evangelie van de verlossing van het water en de Geest in hun hart accepteren, zullen alle zonden die op de tafel van hun hart en in het Boek van Werken opgenomen waren, uitgewist zijn. Zij zijn verlost van al hun zonden.
Het Boek van Leven bevindt zich in de Hemel. De namen van diegenen die geloven in de verlossing van het water en de Geest zijn opgenomen in dit Boek, en zij zullen de Hemel binnengaan. Zij gaan de Hemel binnen, niet omdat zij niet gezondigd hebben in deze wereld, maar omdat zij verlost zijn van al hun zonden door te geloven in de verlossing van het water en de Geest. Het is ‘de wet van het geloof’ (Romeinen 3:27).
Beste mede-Christenen, de wetsgeleerden en Farizeën waren net als de vrouw, die betrapt was op overspel, zondaars.
In feite hadden zij meer zonden begaan omdat zij zichzelf bedrogen en net deden alsof zij geen zondaars waren. De religieuze leiders waren dieven met officiële vergunningen. Zij waren dieven van zielen, met andere woorden, dieven van het leven. Zij durfden anderen autoritair te onderwijzen, terwijl zijzelf nog niet verlost waren.
Er is niemand die volgens de Wet zonder zonde is. Maar een persoon wordt rechtvaardig, niet omdat hij niet zondigt maar omdat hij verlost is geworden van al zijn zonden en zijn naam is opgenomen in het Boek van Leven. Het belangrijkste is of iemands naam is opgenomen in het Boek van Leven. Omdat mensen niet in staat zijn geen zonden in hun leven te plegen, moeten zij eeuwig verlost worden om in het Boek opgenomen te worden.
Of u in de Hemel toegelaten wordt of niet, hangt ervan af of u in het ware evangelie gelooft of niet. Of u de genade van God ontvangt hangt ervan af of u de zaligmaking van Jezus accepteerd. Wat gebeurde er met de vrouw die betrapt werd? Ze stond daar met gesloten ogen omdat ze wist dat ze ging sterven. Waarschijnlijk huilde ze uit angst en berouw. Mensen worden eerlijk tegenover zichzelf als zij oog in oog met de dood staan.
“O God, het is juist dat ik sterven moet. Accepteer alstublieft mijn ziel in Uw handen, en heb medelijden met mij. Heb alstublieft medelijden met mij, Jezus.” Ze smeekte Jezus om de liefde van de verlossing. “God, als U me veroordeelt, dan zal ik veroordeeld worden, en als U zegt dat ik zonder zonden ben, dan zullen mijn zonden uitgewist zijn. Het ligt aan U.” Waarschijnlijk zei ze al deze dingen. Alles werd aan Jezus overgelaten.
De vrouw die naar Jezus gebracht was zei niet, “Ik heb fout gehandeld, vergeef me alstublieft voor mijn overspel.” Ze zei, “Redt me alstublieft van mijn zonden. Als U mijn zonden verlost, zal ik gered zijn. Zo niet, dan ga ik naar de hel. Ik heb uw verlossing nodig. Ik heb de liefde van God nodig, en zijn medelijden voor mij.” Ze sloot haar ogen en biechtte haar zonden.
En Jezus vroeg haar, “Waar zijn die beschuldigers van jouw? Heeft niemand je veroordeeld?” Ze antwoordde, “Niemand, Heer.”
En Jezus zei tegen haar, “Noch ik zal je veroordelen.” Jezus veroordeelde haar niet omdat Hij reeds al haar zonden van haar had weggenomen door zijn doopsel in de rivier de Jordaan, en ze was al verlost. Nu moest Jezus en niet de vrouw, veroordeeld worden voor haar zonden.
 
 
HIJ ZEI, “NOCH IK ZAL JE VEROORDELEN.”
 
Werd zij veroordeeld. door Jezus?
Nee
 
Deze vrouw was gezegend met de zaligmaking in Jezus. Ze was verlost van al haar zonden. Onze Heer Jezus verteld ons dat Hij al onze zonden verlost heeft, en dat we allemaal rechtvaardig zijn.
Hij verteld ons dat in de Bijbel. Hij stierf aan het Kruis om te verzoenen voor onze zonden, die Hij van ons wegnam door Zijn doopsel in de Jordaan. Hij verteld ons duidelijk dat Hij iedereen, die in de verlossing van Zijn doopsel en oordeel aan het Kruis geloven, verlost heeft. Wij hebben allemaal de geschreven Woorden van Jezus nodig en we moeten ons aan deze Woorden vasthouden. Dan zullen we allemaal gezegend zijn met verlossing.
“God, ik heb geen verdienste voor U. Ik heb geen talent. Ik kan U niets anders dan mijn zonden tonen. Maar ik geloof dat Jezus mijn Heer van de verlossing is. Hij nam al mijn zonden weg in de Jordaan en verzoende voor ze allemaal aan het Kruis. Hij nam al mijn zonden met Zijn doopsel en met Zijn bloed. Ik geloof echt in U, Heer.”
Zo wordt u gered. Jezus ‘veroordeelt ons’ niet. Hij gaf ons het recht om Gods kinderen te zijn. Van hen die in de verlossing van het water en de Geest geloven, zal Hij alle zonden wegnemen en hen rechtvaardig noemen.
Beste vrienden! De vrouw was verlost. De vrouw die betrapt werd op overspel, was gezegend met de verlossing door Jezus. Wij kunnen ook zo gezegend zijn. Iedereen die zijn zonden kent en God om medelijden vraagt, iedereen die gelooft in de verlossing van het water en de Geest in Jezus ontvangt de zegening van de verlossing van God. Diegenen die hun zondigheid voor God toegeven kunnen verlost worden, maar diegenen die zich hun eigen zonden niet realiseren kunnen niet gezegend worden met de verlossing.
Jezus nam de zonden van de wereld weg (Johannes 1:29). Iedere zondaar in de wereld kan verlost worden als hij in Jezus gelooft. Jezus zei tegen de vrouw, “Noch ik zal je veroordelen.” Hij zei dat Hij haar niet zou veroordelen omdat al haar zonden reeds door Hem gedragen werden. Hij nam onze zonden op Zich, en Hij werd in onze plaats veroordeeld.
 
 
WIJ MOETEN OOK VOOR JEZUS VERLOST WORDEN
 
Wat is groter, de liefde van God of het oordeel van God?
De liefde van God
 
De Farizeën, met stenen in hun handen, als ook de religieuze leiders van tegenwoordig, interpreteren de Wet letterlijk. Zij geloven dat iemand die zondigt, gestenigd moet worden omdat de Wet ons verteld, geen overspel te plegen. Zij kijken naar vrouwen en verlangen naar hen terwijl ze net doen alsof ze geen overspel plegen. Zij kunnen noch verlost, noch gered worden. De Farizeën en de schriftgeleerden waren de moralisten van deze wereld. Zij waren niet diegenen die Jezus riep. Deze mensen zullen nooit van Jezus horen, “Ik zal u niet veroordelen.”
Alleen de vrouw die betrapt werd op overspel hoorde deze vreugdige woorden. Als u eerlijk bent tegenover Hem, kunt u net als haar gezegend worden. “God, ik pleeg mijn hele leven overspel. Het lijkt alsof ik het niet doe, alleen maar omdat ik het zo vaak doe. Ik zondig meerdere malen dagelijks.”
Als wij de Wet accepteren en het feit dat wij zondaars zijn die moeten sterven en als we God eerlijk tegenmoet treden en onszelf erkennen zoals we zijn, zeggend, “God, dit is wat ik ben. Redt me alstublieft.” Dan zal God ons zegenen met de verlossing.
De liefde van Jezus, het evangelie van het water en de Geest, heeft gewonnen van het rechtvaardige oordeel van God. “Noch ik zal je veroordelen.” Hij zal ons niet veroordelen en Hij zegt, “Jij bent verlost.” Onze Heer Jezus Christus is de God van barmhartigheid. Hij heeft ons bevrijd van alle zonden van de wereld.
Onze God, is de God van de Gerechtigheid en de God van de Liefde. De liefde van het water en de Geest is zelfs groter dan Zijn oordeel.
 
 

ZIJN LIEFDE IS GROTER DAN ZIJN OORDEEL

 

Waarom verloste Hij ons allemaal?
Omdat Zijn liefde groter is dan Zijn oordeel.
 
God zou alle zondaars hebben veroordeeld en hen naar de hel hebben gestuurd als God Zijn oordeel had afgedwongen om Zijn gerechtigheid te vervullen. Maar omdat de liefde van Jezus die ons redde van het oordeel groter is, stuurde God Zijn enige Zoon, Jezus. Jezus nam al onze zonden op Zich en ontving het juiste oordeel voor ons allemaal. Nu wordt iedereen die in Jezus als zijn Verlosser gelooft Zijn kind en wordt hij rechtvaardig. Omdat Zijn liefde groter is dan Zijn gerechtigheid, verloste Hij ons allemaal.
Wij moeten God danken dat Hij ons niet alleen maar met Zijn gerechtigheid veroordeelde. Ooit vertelde Jezus de schriftgeleerden, de Farizeën en hun discipelen: "Maar ga en leer wat dit betekent, `Ik verlang genade en geen offer.` Want Ik ben niet gekomen om de rechtvaardigen, maar zondaars te roepen tot bekering." Sommige mensen doden iedere dag nog een koe of een geit en offeren het aan God en bidden, “God, vergeef iedere dag mijn zonden.” God wil onze offers niet, maar liever ons geloof in de verlossing van het water en de Geest. Hij wil dat wij verlost en bevrijd zijn. Hij wil ons Zijn liefde geven en Hij wil ons geloof aannemen. Kunt u dit allemaal zien? Jezus heeft ons Zijn perfecte zaligmaking gegeven.
Jezus haat zonde maar Hij heeft een intense liefde voor menselijke wezens, die naar de gelijkenis van God zijn geschapen. Hij had al vóór de Schepping besloten ons de kinderen van God te maken, en Hij wiste al onze zonden uit met Zijn doopsel en bloed. God schiep ons om ons te bevrijden, ons in Jezus te kleden, en ons tot Zijn kinderen te maken. Dit is de liefde die Hij voor ons, Zijn schepsels, heeft.
Als God ons alleen naar Zijn rechtvaardige Wet zou veroordelen, zouden wij, de zondaars, allemaal moeten sterven. Maar Hij bevrijdde ons door het doopsel en het oordeel van Zijn Zoon aan het Kruis. Gelooft u dit? Laten we het bevestigen in het Oude Testament.
 
 
AARON LEGDE ZIJN HANDEN OP DE ZONDEBOK
 
Wie gaf de zonden van Israël door aan de levende bok als hun vertegenwoordiger?
De Hogepriester
 
Alle zonden van deze wereld werden verzoend door het geloof in de wijding van het Oude Testament en de doop van het Nieuwe Testament. In het Oude Testament, werd voor alle jaarlijkse zonden van Israël verzoend door de Hogepriester, die zijn handen op het hoofd van een bok zonder smet legde.
“En Aaron zal beide zijn handen op het hoofd van den levenden bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der kinderen Israëls, en al hun overtredingen, naar al hun zonden, belijden; en hij zal die op het hoofd des boks leggen, en zal hem door de hand eens mans, die voorhanden is, naar de woestijn uitlaten” (Leviticus 16:21).
Dit is hoe verzoend werd in de dagen van het Oude Testament. Om van de dagelijkse zonden verlost te worden, bracht iemand een lam of een geit zonder smet naar het Tabernakel en offerde het op het brandofferaltaar. Hij legde zijn handen op het hoofd van het offerdier, en zijn zonden werden doorgegeven aan het offer. Daarna werd het offer gedood en zijn bloed werd door de priester op de hoorns van het brandofferaltaar gesmeerd.
Er zaten hoorns op de vier hoeken van het brandofferaltaar. Deze hoorns symboliseerden de Boeken van Werken die in Openbaringen 20:12 worden genoemd. En het overgebleven bloed werd ook nog op de grond gesprenkeld. De grond vertegenwoordigde het hart van de mens omdat de mens werd geschapen uit het stof van de aarde. Op deze manier verzoenden de mensen voor hun dagelijkse zonden.
Maar zij konden niet dagelijks offers geven, dus stond God hun toe om eenmaal per jaar voor hun jaarlijkse zonden te verzoenen. Dit gebeurde op de tiende dag van de zevende maand, de Grote Verzoendag. Op die dag bracht de vertegenwoordiger van alle mensen van Israël, de Hogepriester, twee geiten en legde zijn handen op hun om zo alle zonden van de mensen op hen door te geven en hij offerde hun voor God om zo voor de mensen van Israël te verzoenen.
“En Aaron zal beide zijn handen op het hoofd van den levenden bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der kinderen Israëls, en al hun overtredingen, naar al hun zonden, belijden; en hij zal die op het hoofd des boks leggen.” (Leviticus 16:21)
God had Aaron, de Hogepriester van Israël, aangewezen als vertegenwoordiger. In plaats dat iedereen individueel zijn handen op het offerdier moest leggen, legde de Hogepriester als vertegenwoordiger van alle mensen, zijn handen op het hoofd van de levende geit voor de kwijtschelding van de zonden van een jaar.
En hij zou alle zonden van Israël in Gods bijzijn belijden, “O God, Uw kinderen van Israël hebben gezondigd. We hebben afgoden aanbeden, alle artikelen van Uw Wet gebroken, Uw naam misbruikt, andere afgoden geschapen en er meer van gehouden dan van U. We hielden de Sabbath niet heilig, respecteerden onze ouders niet, doodden, pleegden overspel en dieverij.... Wij gaven toe aan jaloezie en ruzie.”
Hij vermeldde alle zonden. “God, niet het volk van Israël noch ik hebben ons aan Uw Wet kunnen houden. Om verlost te worden van al deze zonden, leg ik mijn handen op het hoofd van deze geit en geef al deze zonden aan hem verder.” De Hogepriester legde zijn handen op het offer voor alle mensen en gaf de zonden door aan het hoofd van de offer. Wijding, of het opleggen van handen betekent ‘verder geven’ (Leviticus 1:1-4, 16:20-21).
 
Hoe werd de verzoening volbracht in de tijd van het Oude Testament?
Door het opleggen van handen op het hoofd van de offergave
 
God had het ritueel van de offergave aan het volk van Israël gegeven zodat zij al hun zonden konden doorgeven en verlost konden worden. Hij maakte duidelijk dat er een offergave zonder smet moest zijn en dat de offergave gedood moest worden in plaats van een persoon.
Op de Grote Verzoendag werd de offergave gedood en zijn bloed werd in de Heilige Plaats naar binnen gebracht en zeven keer op de genade zetel gesprenkeld. Aldus verzoenden de mensen van Israël voor de zonden van één jaar op de tiende dag van de zevende maand.
De Hogepriester ging alleen de Heilige Plaats binnen om de gave te offeren, maar de mensen verzamelden zich buiten en luisterden of ze de gouden bellen aan de gewaden van de Hogepriester zeven keer hoorden rinkelen terwijl het bloed op de genade zetel gesprenkeld werd. Dan zouden de mensen verblijden omdat voor al hun zonden verzoend was. Het geluid van de gouden bellen was het geluid van het vreugdige evangelie.
Het is niet waar dat Jezus van bepaalde mensen houdt en alleen hun verlost. Jezus nam alle zonden van de wereld in één keer weg met Zijn doopsel. Hij wilde ons allemaal tegelijkertijd bevrijden. Onze zonden kunnen niet iedere dag worden uitgewist, zij werden allemaal tegelijkertijd uitgewist.
In het Oude Testament werd verzoening verkregen door wijding en het bloed van het zondeoffer. Aaron legde de handen op het hoofd van de levende bok in het bijzijn van alle mensen en somde alle zonden op die de mensen gedurende het afgelopen jaar hadden begaan. Hij gaf de zonden in ieder’s bijzijn, door aan de bok. Waar zijn de zonden van de mensen gebleven nadat de handen van de Hogepriester op de zondebok waren gelegd? Zij werden allemaal doorgegeven aan de bok.
Dan werd de bok door een ‘geschikte man’ weggevoerd. De bok, met alle zonden van Israël, werd de woestijn, waar geen water en geen gras was, ingevoerd. De bok, zou onder de brandende zon in de woestijn lopen en tenslotte sterven. De bok stierf voor de zonden van Israël.
Dit is de liefde van God, de liefde van de verlossing. Zo deden zij toendertijd boete voor hun jaarlijkse zonden. Maar we leven in de tijd van het Nieuwe Testament. Het is ongeveer 2000 jaar geleden sinds Jezus naar de aarde afdaalde. Hij kwam en vervulde de voorspelling die Hij in het Oude Testament gemaakt had. Hij kwam en verloste al onze zonden.
 
 
OM ONS ALLEN TE VERLOSSEN
 
Wat is de betekenis van JEZUS?
De Redder die Zijn mensen zal redden van hun zonden
 
Laten we Matthëus 1:20-21 lezen.
“En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, gij zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest; En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.”
Onze Vader in de Hemel leende de maagd Maria’s lichaam om Zijn Zoon naar deze wereld te zenden om de zonden van de wereld weg te wassen. Hij zond een engel naar Maria en zei haar, “Wees niet bevreesd, je zult een kind baren en een Zoon voortbrengen, en je zult Hem de naam JEZUS geven.” Het betekende dat de Zoon van Maria de Verlosser zou worden. Jezus Christus betekent, Hij die Zijn mensen zal redden, in andere woorden, De Verlosser.
Jezus nam alle zonden van de wereld weg door Zijn doopsel in de Jordaan. Hij was gedoopt door Johannes de Doper en alle zonden van de wereld werden aan Hem doorgegeven. Laten we Matthëus 3:13-17 lezen.
“Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!”
Jezus ging naar Johannes de Doper om ons allemaal van onze zonden te verlossen. Hij liep het water in en boog Zijn hoofd voor Johannes. “Johannes, doop Mij nu. Het betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Omdat Ik de zonden van de wereld moet wegnemen en alle zondaars van hun zonden moet bevrijden, zo moet Ik hun zonden wegnemen met het doopsel. Doop Mij nu! Sta het toe!”
Aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Jezus werd gedoopt door Johannes de Doper. En op dat moment, was alle gerechtigheid van God, die al onze zonden verloste, vervuld.
Zo nam Hij al onze zonden weg. Al u zonden werden ook aan Jezus doorgegeven. Begrijpt u dit?
Geloof in de verlossing van Jezus’ doopsel en de Geest en wordt gered.
 
Hoe was alle gerechtigheid vervuld?
Door het doopsel van Jezus
 
God had Israël eerst beloofd dat alle zonden van de wereld weggewassen zouden worden met het opleggen van handen en de offering van de offergave. Echter, omdat het onmogelijk was dat iedereen individueel de handen op het hoofd van de bok legde, wijdde God Aaron tot Hogepriester zodat hij het offer voor alle mensen kon volbrengen. Aldus gaf Hij al hun jaarlijkse zonden in één keer door aan het hoofd van de offergave. Dit is Zijn Wijsheid en de Kracht van de verlossing. God is Wijs en Verbazingwekkend.
Hij stuurde Zijn Zoon Jezus om de hele wereld te redden. Het zondeoffer was dus gereed. Nu moest er een vertegenwoordiger van alle menselijke wezens zijn, iemand die zijn handen op het hoofd van Jezus zou leggen en alle zonden van de wereld aan Hem zou doorgeven. Die vertegenwoordiger was Johannes de Doper. Er staat in de Bijbel dat God de vertegewoordiger van de hele mensheid voor Jezus stuurde.
Het was Johannes de Doper, de laatste Hogepriester van de mensheid. Zoals geschreven staat in Matthëus 11:11, “Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij.” Hij is de enige vertegenwoordiger van de mensen. Hij stuurde Johannes als de vertegenwoordiger voor alle mensen, zodat hij Jezus kon dopen en alle zonden van de wereld aan Hem kon doorgeven.
Als zes miljard mensen op aarde nu naar Jezus zouden gaan en ieder moest zijn handen op Jezus hoofd leggen om hun zonden door te geven, wat zou er dan met Zijn hoofd gebeuren? Het zou geen prettig gezicht zijn, als meer dan zes miljard mensen op deze aarde hun handen op Jezus moesten leggen. Sommige enthousiaste mensen zouden zo hard duwen dat al Zijn haar zou uitvallen. God wees in Zijn wijsheid Johannes de Doper aan om onze vertegenwoordiger te zijn en om alle zonden van de wereld in één keer aan Jezus door te geven.
Het staat genoteerd in Matthëus 3:13-17. “Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden.” Dit was toen Jezus 30 jaar oud was. Jezus werd 8 dagen na Zijn geboorte besneden. En vanaf toen, totdat Hij 30 werd zijn er maar weinig gegevens van Hem.
De reden, waarom Jezus moest wachten totdat Hij 30 jaar werd om de wettige hemelse Hogepriester te worden, was om het Oude Testament te vervullen. In Deuteronomus verteld God aan Mozes dat de Hogepriester tenminste 30 moest zijn om het Hogepriesterschap aan te kunnen. Jezus is de hemelse Hogepriester. Gelooft u hierin?
In het Nieuwe Testament, in Matthëus 3:13-14, staat, “Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij?” Wie is de vertegenwoordiger van de mensheid? Johannes de Doper. Wie is dan de vertegenwoordiger van de Hemel? Jezus Christus. De vertegenwoordigers ontmoetten elkaar. Wie is dan hoger? Natuurlijk, is de vertegenwoordiger van de hemel hoger.
Dus Johannes de Doper, die zo moedig was om naar de religieuze leiders van die tijd “Addergebroed! Hebt berouw” te roepen werd plotseling nederig in het bijzijn van Jezus. “Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij?”
Maar Jezus, antwoordde, en zei tegen hem: “Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen.” Jezus kwam op deze wereld om de gerechtigheid van God te vervullen, en het werd vervuld toen Hij gedoopt werd door Johannes de Doper.
“Toen liet hij af. En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.”
Dit gebeurde er toen Hij gedoopt werd. De poort van de Hemel werd geopend toen Hij gedoopt werd door Johannes de Doper en nam alle zonden van de wereld weg.
“En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld.” (Matthëus 11:12)
Alle profeten en de wet van God hadden geprofeteerd tot Johannes de Doper. “En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld.” Iedereen die in Zijn doopsel gelooft kan zonder uitzondering, het hemelse Koninkrijk binnengaan.
 
 
“NOCH IK ZAL JE VEROORDELEN.”
 
Waarom was Jezus tot het Kruis veroordeeld?
Omdat Hij alle zonden wegnam.
 
Jezus werd gedoopt door Johannes de Doper en nam alle zonden van de wereld weg. En later zei Hij tegen de vrouw “Noch zal ik je veroordelen.” Hij veroordeelde de vrouw niet omdat Hij alle zonden van de wereld in de Jordaan had weggenomen en Jezus, moest veroordeeld worden voor deze zonden, en niet de vrouw.
Jezus wiste alle zonden van de wereld uit. We kunnen zien hoe bang Hij was voor de pijn die Hij moest doorstaan aan het Kruis omdat ‘de lonen voor de zonden de dood zijn.’ Hij bidde drie keer tot God op de Olijfberg om het oordeel van Hem weg te nemen. Jezus had het vlees van een menselijk wezen, het is dus begrijpelijk dat Hij bang was voor de pijn. Jezus moest bloeden om het oordeel te vervullen.
Net zoals de offergaven in het Oude Testament moesten bloeden om boete te doen voor de zonden, moest Hij worden geofferd aan het Kruis. Hij had al alle zonden van de wereld weggenomen en nu moest Hij Zijn leven geven voor onze verlossing. Hij wist dat Hij voor God veroordeeld zou worden.
Jezus had geen zonde in Zijn hart. Maar omdat alle zonden aan Hem waren doorgegeven door Zijn doopsel, moest God nu Zijn eigen Zoon veroordelen. Ten eerste was dus de gerechtigheid van God vervuld en ten tweede schonk Hij ons Zijn liefde door onze verlossing. Daarvoor moest Jezus veroordeeld worden aan het Kruis.
“Noch veroordeel ik je, noch oordeel ik over je.” Al onze zonden, bewust of onbewust, wetend of onwetend, moesten door God veroordeeld worden.
God veroordeelde ons niet, maar veroordeelde Jezus die al onze zonden op Zich genomen had door Zijn doopsel. Door Zijn liefde en medelijden wilde God geen zondaars veroordelen. Het doopsel en het bloed aan het Kruis waren Zijn verlossende liefde voor ons. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebben” (Johannes 3:16).
Daardoor weten we van Zijn liefde. Jezus veroordeelde de vrouw, die op overspel betrapt was, niet.
Ze wist dat ze een zondaar was omdat ze op heterdaad betrapt werd op overspel. Zij had niet alleen zonde in haar hart, maar ze droeg het ook in het vlees. Ze kon op geen enkele wijze haar zonde ontkennen. Doordat zij echter geloofde dat Jezus al haar zonden wegnam, werd zij gered. Als wij in de verlossing van Jezus geloven, zullen we gered worden. Geloof het! Het is voor uw eigen bestwil.
 
Wie zijn het meest gezegend?
Diegenen zonder zonde
 
Alle mensen zondigen. Alle mensen plegen overspel. Maar de mensen worden niet veroordeeld voor hun zonden. We hebben allemaal gezondigd, maar zij die geloven in de verlossing van Jezus Christus zijn zonder zonde in hun hart. Hij die gelooft in de zaligmaking van Jezus is de gelukkigste persoon. De meest gezegende zijn zij, die bevrijd zijn van al hun zonden, zij die nu rechtvaardig zijn in Jezus.
God verteld ons over geluk in Romeinen 4:7, “Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn.” Wij zondigen allemaal tot de tijd dat we sterven. Wij zijn wetteloos en onvolmaakt voor God. Wij blijven zondigen zelfs als we ons bewust zijn van Zijn Wet. We zijn zo zwak.
Maar God bevrijdde ons met het doopsel en het bloed van Zijn eniggeboren Zoon en zegt ons, tegen u en mij, dat we niet langer zondaars zijn en dat wij nu rechtvaardig zijn voor Hem. Hij zegt ons dat we Zijn kinderen zijn.
Het evangelie van het water en de Geest is het evangelie van de verlossing. Gelooft u dat? Hij noemt hen, die geloven, rechtvaardig, verlost en Zijn kinderen. Wie is de gelukkigste persoon op deze wereld? Hij die gelooft en bevrijdt is door te geloven in het ware evangelie. Bent u bevrijdt?
Heeft Jezus verzuimd uw zonden weg te nemen? Nee, Hij nam al uw zonden met Zijn doopsel weg. Geloof het! Geloof en wordt verlost van al uw zonden. Laten we Johannes 1:29 lezen.
 
 
ALS WEGGEVEEGD MET EEN BEZEM
 
Hoeveel zonde nam Jezus weg?
Alle zonden van de wereld
 
“Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende, en zeide”:“Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!” (Johannes 1:29).
 "Zie het Lam Gods, Dat de zonden der wereld wegneemt!”
Johannes de Doper gaf alle zonden der aarde van de wereld door aan Jezus in de Jordaan. De volgende dag, getuigde hij dat Jezus het Lam Gods was die de zonden van de wereld weg nam. Hij nam alle zonden van de wereld op Zijn schouders.
Alle zonden van de wereld wil zeggen alle zonden die de mens begaat in deze wereld, van de Schepping tot het einde. Ongeveer 2000 jaar geleden nam Jezus alle zonden van de wereld weg en verlostte ons. Als het Lam Gods nam Hij al onze zonden weg en werd voor ons veroordeeld.
Iedere zonde die wij menselijke wezens begaan, werd aan Jezus doorgegeven. En Hij werd het Lam Gods die alle zonden van de wereld wegnam.
Jezus kwam in deze wereld als een nederige man, als diegene die alle zondaars van de wereld zal redden. Wij begaan zonden omdat we zwak zijn, slecht zijn, onwetend zijn, frivool zijn, en omdat we onvolmaakt zijn. Met andere woorden, wij zondigen omdat wij de zonde hebben geërfd van onze gemeenschappelijke voorvader, Adam. Met Zijn doopsel in de Jordaan zijn al deze zonden weggevaagd en op het hoofd van Jezus gelegd. En Hij beëindigde het allemaal met de dood van Zijn vlees aan het Kruis. Hij werd begraven, maar God wekte Hem op uit de dood op de derde dag.
Als de Verlosser van alle zondaars, als de Overwinnaar, als de Rechter, zit Hij nu aan de rechterhand van God. Hij hoeft ons niet steeds opnieuw te verlossen, en alles wat wij doen moeten om gered te worden, is geloven. Het eeuwige leven wacht op hen die geloven, en de vernietiging wacht hen die niet geloven. Er is geen andere keuze.
Jezus bevrijdde ons allemaal. Wij zijn de gelukkigste mensen op aarde. Alle zonden die u door uw zwakheid in de toekomst zult begaan, Hij nam ze allemaal weg.
Is er nog een zonde over in uw hart? - Nee. -
Nam Jezus het allemaal weg? - Ja! Dat deed Hij. -
Alle mensen zijn hetzelfde. Niemand is heiliger dan zijn buren. Maar omdat zo veel mensen schijnheilig zijn, denken ze dat zij geen zondaars zijn. Maar zij zijn inderdaad ook zondaars. Deze wereld is de broeikas die de zonde kweekt.
Als vrouwen hun huis uitgaan, doen ze lippenstift op en poederen hun gezicht, krullen hun haar, kleden zich in mooie kleren, en dragen hoge hakken.... Mannen gaan ook naar de kapper om hun haar te laten knippen, verzorgen zichzelf, trekken schone hemden aan, moderne stropdassen, en poetsen hun schoenen.
Maar ook al zien ze ervan de buitenkant uit als prinsen en prinsessen, van binnen zijn zij absoluut smerig.
Maakt geld gelukkig? Maakt gezondheid gelukkig? Nee. Alleen de verlossing maakt mensen echt gelukkig. Hoe gelukkig een persoon er van de buitenkant ook uitziet, hij is ongelukkig als hij zonde in zijn hart heeft. Hij leeft in angst voor het oordeel.
Een verlost persoon is zelfs in lompen zo moedig als een leeuw. Er is geen zonde in zijn hart. “Dank u Heer, U redde een zondaar als mij, U wistte al mijn zonden uit. Ik weet dat ik niet mooi ben, maar ik eer U voor mijn redding. Ik ben voor altijd verlost van mijn zonden. Glorie aan God!”
Iemand die bevrijd is, is echt gelukkig. Iemand die gezegend is met Zijn genade van verlossing is echt gelukkig.
Omdat Jezus, ‘de Lam Gods die de zonden der aarde wegnam,’ al onze zonden wegnam, zijn wij zonder zonde. Hij ‘beëindigde’ de zaligmaking voor ons aan het Kruis. Al onze zonden, inclusief uw en mijn zonden, zijn in ‘de zonde van de wereld’ ingesloten, en daarom zijn we allemaal gered.
 
 

DOOR GODS WIL

 
Hebben wij zonde in ons hart als we in Jezus Cristus zijn?
Nee, dat hebben we niet.
 
Beste vrienden, de vrouw die op overspel betrapt was geloofde in de woorden van Jezus en ze was gered. Haar verhaal is in de Bijbel opgenomen omdat ze gezegend was met de verlossing. Maar de schijnheilige schriftgeleerden en Farizeën renden weg van Jezus.
Als u in Jezus gelooft, wacht de Hemel op u, maar als u Jezus verlaat, gaat u naar de hel. Als u in Zijn rechtvaardige werken gelooft, is het als de Hemel, maar als u niet in Zijn werken gelooft, is het als de hel. De verlossing is niet afhankelijk van de inspanningen van een individu, maar van de zaligmaking van Jezus.
Laten we Hebreën 10 lezen. “Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan.; Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde. Maar nu geschiedt in dezelve alle jaren weder gedachtenis der zonden. Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme. Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid; Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet behaagd. Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, o God! Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden); Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om Uw wil te doen, o God! Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen. In welken wil wij geheiligd zijn, door de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied.” (Hebreën 10:1-10).
“Door Gods wil” offerde Jezus Zijn leven om al onze zonden in één keer weg te nemen, en werd één keer veroordeeld en opgewekt.
Daarom zijn wij geheiligd. ‘Zijn geheiligd’, is geschreven in de voltooid tegenwoordige tijd. Het betekent dat onze verlossing, absoluut is voltooid, en niet nog eens vermeld hoeft te worden. U bent geheiligd.
“En een iegelijk priester stond wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen; Maar Deze, een slachtoffer voor de zonden geofferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods; Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten. Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden” (Hebrëen 10:11-14)
U bent allemaal voor eeuwig geheiligd. Als u morgen zondigt, zult u dan weer een zondaar zijn? Nam Jezus die zonden niet ook weg? Dat deed Hij. Hij nam ook de zonden van de toekomst weg.
“En de Heilige Geest getuigt het ons ook; Want nadat Hij te voren gezegd had: ‘Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen’, zegt de Heere: ‘Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden; En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.’ Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde” (Hebreen 10:15-18).
De zin ‘vergeving derzelve’ betekent dat Hij alle zonden van de wereld uitwiste. Jezus is onze Verlosser. Uw en mijn Verlosser. We zijn gered door het geloof in Jezus. Dit is de verlossing in Jezus en dit is de grootste genade en het grootste geschenk van God. U en ik, die verlost zijn van alle zonden, zijn het meest gezegend van iedereen!