Search

Preken

Onderwerp 9: Romeinen (commentaren over Romeinen)

[Hoofdstuk 7-3] De Reden Waarom We de Heer kunnen Loven (Romeinen 7:5-13)

(Romeinen 7:5-13)
“Want toen wij in het vlees waren, wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen. Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter. Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren. Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft in mij alle begeerlijkheid gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood. En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven. En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden. Want de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft mij verleid, en door hetzelve gedood. Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed. Is dan het goede mij de dood geworden? Dat zij verre. Maar de zonde is mij de dood geworden; opdat zij zou openbaar worden zonde te zijn; werkende mij door het goede den dood; opdat de zonde boven mate werd zondigende door het gebod.”
 

Ik loof de Heer die me tot nu toe geleid heeft

Ik loof de Heer die mij heeft geleid om u, het dierbare volk van God, weer te ontmoeten. Ik dank Hem oprecht dat Hij mij heeft gezegend om tot op de dag van vandaag een gelukkig leven te leiden. God is altijd bij me geweest en Hij heeft genade met mij, zelfs al zijn er keren geweest dat ik me ontmoedigd voelde, moeilijke tijden had, pijn en zwakheid in mij heb gevoeld. Hij heeft mijn hele leven aan mijn zijde geleefd, in tijden van zorgen en vreugde. Er is nooit een moment geweest dat Hij me alleen heeft gelaten, zelfs niet voor een seconde.
God heeft ons zo enorm gezegend! Als God zoals ons was, zou Hij misschien twee of drie keer genade met ons hebben gehad, maar uiteindelijk zou Zijn geduld opraken. Maar God is geen mens, en Zijn geduld kent geen grenzen. Hij blijft ons onophoudelijke Zijn genade schenken, ongeacht of we goede daden doen of niet, of we Zijn Woord gehoorzamen of niet. Zo’n liefhebbende God kunnen we alleen maar loven, aanbidden en dienen. Koning David loofde de Heer zijn hele leven en bedankte Hem dat Hij voor hem zorgde, elke keer dat hij door de problemen in zijn leven in moeilijkheden verkeerde. Hij beleed, “Want met U loop ik door een bende, en met mijn God spring ik over een muur” (Psalmen 18:30).
God heeft ons zo enorm gezegend! We kunnen Hem niet genoeg loven. Zouden we tevreden zijn als we een kerk zo groot als de hele wereld zouden bouwen? Zouden we tevreden zijn als we een kerk zouden bouwen die tot de hemel reikte? Natuurlijk niet! We kunnen de grootste en allermooiste kerk bouwen die we ons kunnen bedenken, maar het is niet de grootte of de pracht van de kerk die ertoe doet, maar het feit dat God waardevol werkt door het roepen van zielen, hun Zijn Woord laat horen en hun de wedergeboorte toestaat door hun geloof in Zijn Woord. En we kunnen niets anders doen dan onze Heer te loven voor al deze zegeningen. We danken God dat Hij ons toestaat Hem te dienen, de vruchten van Zijn werken te dragen, van wat anders beslist alleen verspilde levens zouden zijn geweest.
Bent u niet dankbaar dat God u in dit nieuwe rustoord laat verblijven? Onze God heeft ons gezegend met Zijn grenzeloze genade en heeft ons bewaard als Zijn oogappel. Wie zijn wij en wat hebben wij gedaan om al Zijn liefde te verdienen? We zijn niemand, en we hebben niets gedaan. En toch heeft God ons waardevol gemaakt voor Hem, niet omdat we iets hebben om over op te scheppen, maar omdat we wedergeboren zijn. We waren allesbehalve waardevol voordat we Jezus Christus ontmoetten. God maakte ons, die schuimden in onze waanzin en ronddoolden in de woestijn, voorbestemd om te sterven en te verdwijnen in stof en as, Zijn kinderen.
Hoe prachtig en groot is de liefde die God ons heeft gegeven! Loof de Heer! Van de vele zielen in deze wereld heeft God ons gered met Zijn onvoorwaardelijke liefde in Zijn gerechtigheid. Zaligmaking is meer dan alleen verlossing. Het betekent dat onze ziel nu met God communiceert. Het betekent dat Zijn liefde nu van ons is. Het betekent ook dat wij aansprak kunnen maken op Zijn zegeningen. 
Het is door de wonderbaarlijke leiding en bemoediging van God dat we ons nog steeds in Zijn Kerk bevinden. Als God ons hier niet had gehouden, hoe konden we dan hier zijn? Als Hij ons niet had liefgehad en gezegend, hoe hadden we dan het evangelie kunnen prediken en Hem dienen? We kunnen God dienen omdat Hij leeft, met ons is en ons heeft gezegend.
Als de Heer ons niet had gehouden of gezegend, hadden we Hem niet eerder of zelfs nu kunnen loven. God heeft ons liefgehad, gezegend, bemoedigd en bedekt met Zijn genadige handen zodat wij Hem kunnen dienen, volgen, loven en aanbidden. Is dit niet waar? We loven de Heer met heel ons hart voor Zijn wonderbaarlijke werk en Zijn eindeloze liefde voor ons.
God heeft zoveel gedaan voor diegenen die Hij heeft gered. Dat Hij ons heeft verlost en dat Hij het geloof van de wedergeboren heiligen blijft versterken, is het bewijs dat God ons vasthoudt en dat Hij ons beschermt. God werkt en vervuld Zijn wil door ons.
Ik geloof dat God al Zijn kerken heeft gezegend, de congregaties van de wedergeborenen over de hele wereld en ze voor altijd zal zegenen. We hebben veel ontberingen meegemaakt, maar God is altijd bij ons geweest, liet ons volhouden en doorgaan met Zijn werken, heeft onze geest versterkt en ons hart voorbereid om het geloof te hebben dat nodig is om meer zegeningen te ontvangen. Zijn genade is enorm! Ik dank de Heer nogmaals.
 


We kunnen de Heer met ons hele hart loven


“Want toen wij in het vlees waren, wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen. Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter” (Romeinen 7:5-6). De Bijbel zegt dat toen we in het vlees waren, de zondige begeerten die door de wet werden vrijgemaakt, werkten in onze leden om den dood vruchten te dragen. De Bijbel zegt echter ook, “Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter.”
Kan het vlees verlost worden van zondige begeerten? Een mens heeft twee kanten van bestaan. Een is het vlees en de ander is het hart. Het vlees kan de gerechtigheid van God niet bereiken, hoe hard het ook probeert. Noch kan het zich aan de Wet van God houden. Ons vlees kan zich nooit aan de Wet van God houden, zelfs niet nadat we wedergeboren zijn, hoe hard we ook proberen. Dus zegt de Apostel Paulus, “Want toen wij in het vlees waren, wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen. Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren.”
Romeinen 4:15 verklaart, “Want de wet werkt toorn; want waar geen wet is, daar is ook geen overtreding.” We moeten onze God loven met ons hart. God laat ons Hem loven in de nieuwheid van de Geest, niet in de oudheid van de letter, want wij die door de Wet werden vastgehouden, waren al vervloekt door de toorn van de Wet.
Het vlees is anders dan het hart. Het vlees is beperkt, maar het hart kan Gods Woord ontvangen en Hem in geloof loven. Het hart kan ook van zonde verlost worden.
We zijn gestorven voor de Wet. Ik ben dood omdat ik gestorven ben voor datgene waarin ik vastgehouden werd. Ons vlees is al gestorven voor God. Met het vlees kunnen we Zijn gerechtigheid niet bereiken, noch kunnen we rechtvaardig worden voor de Wet van God. Het vlees kan het niet vermijden om veroordeeld te worden. Maar God de Vader stuurde ons Zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus en gaf de hele toorn van de Wet aan Hem door, die vervolgens in onze plaats gekruisigd werd. God heeft ons dus in staat gesteld de Heer te dienen door geloof in de nieuwheid van de Geest, niet in de oudheid van de letter, die ons door de Wet onder zijn toorn had vastgehouden. 
We kunnen de Heer nu in geloof loven. Het hart kan de Heer loven, hoewel we nog steeds het vlees hebben. Ons hart kan geloven dat de Heer van ons houdt. We kunnen onze Heer loven omdat we geloven dat we in Christus gestorven zijn. God heeft ons verlost van de toorn van de Wet. God de Vader stuurde Zijn eniggeboren Zoon voor ons, die vastgehouden werden door de vloek van de Wet en het oordeel van God, en toen de volheid van de tijd kwam, gaf Hij al onze zonden en de toorn van de Wet door aan Zijn Zoon. God heeft aldus diegenen die Zijn liefde aanvaarden en in Hem geloven, gered van hun zonden, Zijn oordeel en de toorn van de Wet. We loven de Heer omdat Hij ons volledig verlost heeft van al onze zonden. 
We geloven met heel ons hart dat God ons verlost heeft met Zijn gerechtigheid. We danken, loven en verheerlijken God met heel ons hart voor Zijn liefde. Maar kunnen we deze dingen doen met het vlees? Nee. Toen we in het vlees waren, werkten de zondige begeerten, die door de Wet waren, in onze leden om vrucht te dragen tot de dood. Het vlees verblijft alleen onder de toorn van God.
We zijn nu verlost van deze toorn van de Wet door geloof. God laat ons Hem dienen door ons geloof in Zijn liefde en zaligmaking, niet door de oudheid van de letter en niet door de Wet van Gods toorn, ook al moesten wij door de Wet veroordeeld worden.
Niemand van ons kan de Heer dienen met onze daden. Hoewel we wedergeboren zijn, kunnen we Hem niet met ons vlees dienen. Is er iemand onder ons die teleurgesteld werd terwijl hij/zij probeerde de Heer met het vlees te dienen? We kunnen de Heer nooit met het vlees dienen. De zondige begeerten zullen het vlees altijd beheersen. We kunnen de Heer niet met ons vlees dienen, zelfs niet nadat we wedergeboren zijn. We kunnen God alleen loven en Hem dienen met ons hart door geloof. Daarom, als u God looft, geloof dan met uw hart en dank Hem voor Zijn liefde. Dan kan het vlees een werktuig worden dat het geloof volgt. 
Ik loof de Heer die ons van alle toorn van de Wet verlost heeft, want ik geloof in Hem met mijn hart. Ik dank de Heer. Hij heeft me volledig verlost. Hij heeft me van mijn dagelijkse zonden verlost en van de vloek van de Wet. Laat er geen twijfel over bestaan: onze Heer heeft ons verlost. Ondanks al onze zwakheden en tekortkomingen, heeft God ons verlost omdat Hij van ons houdt. Is het niet fantastisch dat God ons rechtvaardig wilde maken, ook al zijn we vol tekortkomingen? Hoe wonderbaarlijk is het dat God ons tot Zijn dienaren wilde maken?
We kunnen God loven omdat Hij ons van de toorn van de Wet verloste. We kunnen de Heer dienen met de Geest en met ons hart. We kunnen de Heer volgen. We danken de Heer, die ons van onze zonden en Zijn toorn heeft verlost. Dankt u Hem? Heeft onze zaligmaking niet onthuld hoe zwak we zijn? Hoe vaak hebben we gefaald om naar Zijn wil te leven, ook al hebben we ons best gedaan om dat te doen? Hoe vaak hebben wij opgeschept? Hoeveel zwakke punten hebben we? We kunnen de Heer nooit met ons vlees en onze daden loven, nu niet, noch in de toekomst. We loven God voor wat Hij met ons hart gedaan heeft. Alleen met ons hart en door ons geloof kunnen we de Heer loven.

 


We kunnen de Heer niet met het vlees loven 


Onze eigen gerechtigheid wordt in stukken gebroken terwijl we de Heer volgen. De wereld van verstand en de wereld van het vlees moet gescheiden worden. Dit is de scheiding van de geest van het vlees.
Gelooft u dit? Het is nutteloos om het te proberen met het vlees. Als we zingen, ons verheugen, loven, geloven, volgen en danken met ons hart, kan ons vlees de Heer dienen, terwijl het zich overgeeft aan ons hart. We loven de Heer en danken Hem voor onze zaligmaking door te zingen, “♪ Al mijn zonden zijn weg, vanwege de Calvarie; Het leven is gevuld met muziek, alles vanwege de Calvarie; Christus mijn Verlosser leeft om mij te verlossen van zonde; Ooit zal Hij komen O Wonderbaarlijk gezegende dag! Alles, ja alles vanwege de Calvarie ♪.” Maar soms struikelen we vanwege het vlees. We denken bij onszelf, “Waarom ben ik zo zwak, hoewel ik geen zonde heb?” Dan vragen we onszelf af, “♪ Al mijn zonden zijn weg ♪” ―Dat is juist― ‘♪ Het leven is gevuld met muziek ♪’― dat is ook juist― ‘♪ Alles vanwege de Calvarie ♪’—dat is juist, maar waarom ben ik zo zwak? Ik zou de Heer met de tijd met meer vreugde moeten danken en volgen, maar waarom ben ik zo vol tekortkomingen? Ach, mijn zielige vlees!”
Als we verdrietig zijn, vraagt God ons, “Waarom ben je terneergeslagen, Oh mijn ziel? Weet je niet dat Ik je Verlosser ben? Ik heb je rechtvaardig gemaakt.” We kunnen God niet dienen noch volgen met het vlees. We kunnen God dienen door te geloven in wat Hij deed om ons te redden door van Hem te houden, Hem te danken en te verheerlijken met ons hart. 
Ik wil dat u God met uw hart looft. Ik wil ook dat u gelooft en Hem dankt met uw hart. Deze dingen zijn alleen mogelijk door ons hart. Zij zijn onmogelijk met ons vlees. Het vlees blijft altijd onveranderd, zelfs nadat we zijn gered. Wat de Apostel Paulus zegt in de bovengenoemde passage geldt voor zowel voor als na de verlossing. Gods Woord is hetzelfde voor diegenen die worden gered en voor diegenen die niet worden gered.
 


Bent u God blijven behagen met het vlees nadat u verlost werd?


Bent u God blijven behagen met het vlees nadat u verlost werd? Denkt u dat u God kunt behagen omdat u anders bent dan de anderen en dat u God meer dient dan zij dat doen? Zij die vervuld zijn met hun eigen gerechtigheid zullen ooit in een greppel vallen. Sommige mensen hebben al ervaring met het vallen in een greppel en een bak met mest. 
Er was een zuster die in een bak met mest viel tijdens de Bijbelbijeenkomst van deze zomer. Ik bedoel, dat het een echt toilet was, maar gelukkig was het nog niet gebruikt. Als iemand het van tevoren gebruikt had, zou ze in de problemen zijn gekomen. We groeven enkele diepe gaten en maakten enkele toiletten op die groene heuvel toen we deze Bijbelbijeenkomst voorbereidden. Vervolgens plaatsen we op elk toilet een voetensteun, maar we hadden de voetensteunen nog niet aan elk hokje bevestigd. Deze zuster gleed dus uit en viel in het gat. God heeft zo’n gat gegraven voor diegenen die vervuld zijn met hun eigen gerechtigheid. God wil dat we alleen Hem verheerlijken. 
Mijn ziel voelt zich ongemakkelijk en onbevredigd als ik van het rechte pad afwijk nadat ik verlost ben geworden. Als ik erover nadenk waarom ik me zo voel, realiseer ik me dat mijn kleren vuil zijn. Ik merk dat ik die weg niet moet gaan, maar ik vergeet het snel. Zo gauw ik me dit realiseer, heb ik berouw en zeg, “Ik zou dit niet moeten doen. Wat dacht ik wel? Oh, Heer. Ik loof U voor het wegwassen van al mijn zonden.” Maar binnen de kortste keren zondig ik weer opnieuw. Soms verblijf ik in Gods genade en val dan plotseling in zonde. Dan merk ik dat ik de zonde ontsnap door de genade van God. Ik wankel heen en weer. Dus ik zucht van verdrietig en wanhoop over mijn bestaan. 
Ik kwam te weten hoe vuil ik was nadat al mijn zonden vergeven waren. Ik begon een diep begrip te krijgen en dacht, “Het is verschrikkelijk. Waarom ben ik zo zwak en onvast, hoewel ik in U geloof, God?” De zondige begeerten, die door de Wet worden opgewekt, werken in onze leden. Ik realiseerde me dat hoe meer ik probeerde te leven volgens de Wet, hoe meer mijn vlees verviel in de zondige begeerten. Ik begon te begrijpen dat het vlees God nooit kon volgen. Ik begon de Heer te dienen door mijn vlees aan te bieden als een werktuig van gerechtigheid aan God en loofde wat God zegende nadat ik met mijn hart in Hem begon te geloven.
 


Het vlees is alleen maar een massa van zondige begeerten


Zij die niet weten dat zij een massa van zondige begeerten zijn, zijn verbaasd over hoe snel zij in zonde vervallen als zij de Heer een tijdje niet meer dienen. We moeten in de Heer geloven, Hem loven, verheerlijken en volgen met ons hart. Hem met het hart te volgen, is de zegening van de genade van de Heer. Alleen als we met ons hart in Hem geloven, kunnen we Hem volgen. Als we in het vlees zijn, werken de zondige begeerten, die door de Wet worden opgewekt, in onze leden om de vruchten van de dood te dragen. Als we de Heer niet met ons hart loven of volgen, vervalt ons vlees snel in de zondige begeerten. We hebben allemaal deze neiging; ook de Apostel Paulus.
Paulus bleef zijn hele leven lang vrijgezel terwijl hij het evangelie predikte. Maar hij begreep dat de zonde herleefde door de zondige begeerten van het vlees. Hij zal gedacht hebben, “Ik ben bang. Ik was vervuld met vreugde een tijd geleden, maar waarom ben ik nu zo somber? Wat is mis met mij? Ik was zo geestelijk een tijdje geleden maar ik voel me nu als afval.” Nadat hij erover had nagedacht, begreep hij dat hij de Heer niet kon dienen zonder het vlees van het hart te scheiden. “Ik ellendig mens! Ik kan niet goed doen met het vlees.” 
Het vlees geeft zich over aan het hart als we God met ons hart loven en volgen. Paulus werd zich deze waarheid bewust. We kunnen niet anders dan zondigen. Begrijpt u dit? Als zij die zonder zonde zijn, loven, geloven en de Heer volgen met hun hart, zal het vlees het hart volgen. Een persoon zal eerst denken, “Ik ben van al mijn zonden verlost. Halleluja! Ik ben zo gelukkig.” Maar steeds meer zondige begeerten worden geopenbaard van de persoon met de tijd. Zij die vervuld zijn met hun eigen gerechtigheid, worden eerder teleurgesteld door hun eigen ik als de zondige begeerten beetje bij beetje naar buiten komen. Hoewel ze dat misschien niet denken, zijn ze eigenlijk erger dan wat zij van zichzelf denken.
We moeten weten dat ons vlees een massa van zondige begeerte is. We hebben geen vertrouwen in het vlees; u moet er niet van afhankelijk zijn. Geloof in plaats daarvan in Gods genade, verheerlijk de Heer en volg Hem met heel uw hart. Dit is alleen mogelijk met het hart. Loof de Heer, want het is door de genade van God dat ik, die niet goed was in het spreken en vol van mijn eigen gerechtigheid, het evangelie mag prediken! Hoe kan ik dit doen zonder de genade van de Heer? Ik kan alleen mijn Heer loven. 
 

Ik dank de Heer die me in staat heeft gesteld Hem te loven

Ik dank de Heer die al onze zonden wegwaste en ons de Heilige Geest gaf om ons Hem te laten loven met ons hart, niet met ons vlees. We kunnen Hem loven en verheerlijken omdat we met ons hart in Hem geloven.
“Wij hebben dan altijd goeden moed, en weten, dat wij, inwonende in het lichaam, uitwonen van den Heere” (2 Korintiërs 5:6). Ik loof de Heer die ons van al onze zonden verloste. Ik loof en dank de Heer. Ik verheerlijk en geloof in Hem. De Heer heeft ons van al onze zonden gered, ook al waren we voorbestemd om te sterven nadat we voor zondige begeerten hadden geleefd. Hij stond ons toe om verlost te worden door in God te geloven met ons hart. Hij liet ons Hem loven en gaf ons vreugde.
Probeer niet God te dienen met het vlees―het is onmogelijk. Probeer de goddelijkheid niet met het vlees te hebben―het kan niet worden bereikt. Geef al dergelijke inspanningen van het vlees op. Hoe kunnen we dan God volgen? Het antwoord is met ons hart. We kunnen Hem dienen met het hart, in de nieuwheid van de Geest. Onze God heeft ons verlost, dus volg Hem met uw hart dat u in staat stelt om de zaligmaking te ontvangen. 
Ik loof God. Hoeveel mensen treuren over zichzelf? Zij zuchten vol droefheid en kwellen zichzelf terwijl ze zeggen, “Waarom gedraag ik me zo?” Wees niet zoals zij. Het is onmogelijk voor u om geen zonde met het vlees te begaan. Probeer niet het onmogelijke mogelijk te maken. Ik wil dat u in God gelooft en Hem met uw hart looft. Het vlees zal dan het hart volgen. Heeft u lang nadat u verlost werd, geprobeerd de Heer met uw vlees te volgen? Heeft u er moeite mee om te doen wat u moet doen? Zo ja, dan is het probleem dat u de Heer probeert te dienen met het vlees en niet met het hart. Weet u wat diegenen die me niet respecteren en lasteren zeggen? Zij lachen me uit, terwijl ze me verachten. Maar ik lach gewoon naar hun, omdat ik weet dat zij niet weten wat er in mij omgaat.
Ik kan het evangelie prediken omdat de Heer al mijn zonden heeft weggewassen. Als de Heer niet al mijn zonden had weggewassen, zou ik al veroordeeld en dood zijn voor God. God heeft ons volmaakt gemaakt door ons één te maken met de Geest. Hij maakte ons diegenen die Hem loven. Hij laat ons leven met dankbare gedachten. Hij maakt ons blij met Zijn zegeningen. Loof God! Loof de Heer die ons Zijn kinderen maakte! Moge alle heerlijkheid van Hem zijn en van Hem alleen!
Het is nooit te laat. Heb geen vertrouwen in uw vlees. Zondige begeerten komen bij de eerste en de minste kans uit ons. Het vlees wil altijd van zichzelf een prioriteit maken boven de wil van God. Daarom is het volgen van Gods wil alleen mogelijk door geloof. Het is niet mogelijk met het vlees. Bedrieg uzelf niet, zelfs niet nadat u verlost bent. Het is nog steeds mogelijk dat we, ondanks onze zaligmaking, onder de heerschappij van het vlees vallen, omdat we heel goed weten dat het vlees altijd onvolmaakt en zwak is. 
Wij zijn de mensen van de Geest, de mensen van geloof. Vertrouw niet op uw vlees. Herhaal wat ik zeg, “Mijn vlees is als een vuilnisbak.” Ik wil dat u dit onthoudt. Vertrouw uzelf niet. We moeten in God geloven en Hem met ons hart volgen. Ik dank de Heer en loof Hem omdat Hij ons, van alle toorn van Gods wet, heeft verlost. Halleluja!