Search

Preken

Onderwerp 10: Openbaring (commentaren over Openbaring)

[Hoofdstuk 20-2] Hoe kunnen we van dood naar leven overgaan? (Openbaring 20:1-15)

Hoe kunnen we van dood naar leven overgaan?
(Openbaring 20:1-15)
 
God zegt ons dat Hij iedere zondaar die op deze aarde heeft geleefd en in zijn/haar graf ligt te slapen, zal herrijzen wanneer Hij deze wereld laat verdwijnen dat Hij en ons de Nieuwe Hemel en Aarde ervoor in de plaats geeft. Vers 13 zegt: “En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken.” Het lichaam van iemand die verdrinkt zal waarschijnlijk opgegeten zijn door de vissen, terwijl dat van iemand die verbrand is, geen herkenbare vorm achterlaat. En toch zegt de Bijbel ons hier dat wanneer de eindtijd komt, God iedereen weer zal herleven en Hij ze zal veroordelen door ze of naar de Hemel te sturen of de hel, of zij nu door Satan zijn opgeslokt, gedood door de hel of verbrand.
Voor God ligt het Boek des Levens waarin de namen geschreven staan van degenen die het eeuwige Koninkrijk van de Hemel binnengaan. Ook zijn er de Boeken der daden, welke de namen en zonden van iedereen noteert die in de hel geworpen zal worden. In deze Boeken der daden zijn alle zonden geschreven die iemand heeft begaan terwijl hij/zij op deze aarde leefde. Al deze dingen zijn bepaald door God in Zijn voorzienigheid.
 
 
De Heer heeft twee soorten boeken
 
God heeft de mensen reeds in twee afzonderlijke categorieën onderverdeeld volgens Zijn eigen gerechte criteria. Het is door God vastgesteld dat alle doden herrezen zullen worden en dan voor Zijn twee boeken zullen staan om veroordeeld te worden. In het Boek des Levens staan slechts de namen geschreven van degenen die in Jezus geloofd hebben terwijl ze op deze aarde geleefd hebben, de verlossing van hun zonden hebben ontvangen en waarvan dus vaststaat dat zij de Hemel binnengaan. Gods laatste oordeel zou daarom in overeenstemming zijn met het feit in welk van de twee boeken iemands naam geschreven staat. Met andere woorden God heeft reeds vastgesteld wie de Hemel binnenkomt en wie in de hel zal worden geworpen.
God zal daarom alle doden herleven, Zijn Boeken openen en zien in welke van de twee boeken hun naam geschreven staat. Hij zal dan degenen wiens naam in het Boek des Levens geschreven staan, naar de Hemel sturen maar degenen wiens naam niet in dit Boek des Levens gevonden kan worden, zullen daarentegen in de hel geworpen worden. We moeten ons daarom verzekeren dat we deze vastgestelde feiten die door God bepaald zijn, kennen en erin geloven.
God zal de doden herrijzen en ze veroordelen om te beslissen wie naar de Hemel wordt gestuurd en wie naar de hel. Het is door God besloten dat Hij ze zal veroordelen in overeenstemming met of hun naam in het Boek des Levens of de Boeken van de daden geschreven staat (Boeken des Oordeels).
Er zijn twee plaatsen die God reeds heeft vastgesteld voor iedereen die voor Hem zal staan. Dit zijn geen andere plaatsen dan Hemel en hel. Hel is het meer van vuur waar de vlammen en zwavel branden. God heeft vastgesteld dat degenen wiens namen niet in het Boek des Levens geschreven staan, in het meer van vuur geworpen zullen worden, terwijl degenen wiens namen in dit Boek des Levens geschreven staan, in de Hemel verwelkomt zullen worden.
In de Hemel staat de levensboom bij de rivier van het levenswater, welke twaalf verschillende vruchten draagt in overeenstemming met ieder seizoen. In deze prachtige Hemel zullen de heiligen geen ziekte noch pijn hebben maar voor altijd gelukkig met God leven. We moeten in het feit geloven dat God heeft besloten deze Hemel aan de heiligen te geven.
Degenen die niet in Jezus geloven zullen daarentegen hun naam in het Boek der Daden geschreven krijgen. Omdat alle daden die de zondaars begaan hebben toen ze op deze aarde waren, genoteerd staan in deze Boeken, vertelt God ons dat Hij ze allen in het meer van vuur zal gooien om ze te straffen voor hun zonden die in deze boeken genoteerd staan, en voor hun zonde dat ze niet in Jezus geloven. Het is hier van uiterst belang in welk Boek uw en mijn naam geschreven staat.
Terwijl we in deze wereld leven, moeten we ons realiseren dat het leven op deze aarde niet alles is. Zoals Psalmen 90:10 ons vertelt, “Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen.” Zelfs als we 70 of 80 jaar op deze aarde zouden leven, zullen we vroeg of laat allen voor God staan. En als we dus uiteindelijk voor onze Heer staan, telt alleen nog maar in welk Boek onze naam staat geschreven: in het Boek des Levens, of de Boeken der daden (de Boeken van het Oordeel), want dit zal bepalen of we in de Hemel verwelkomd worden of in het meer van vuur worden geworpen. We moeten erkennen dat het leven op deze aarde niet alles is.
 
 

Degenen wiens namen in het Boek des Levens geschreven staan

 
Laat ons eens kijken naar Lukas 16:19-26: “En er was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. En er was een zeker bedelaar, met name Lazarus, welke lag voor zijn poort vol zweren; En begeerde verzadigd te worden van de kruimkens, die van de tafel des rijken vielen; maar ook de honden kwamen en lekten zijn zweren. En het geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham. En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijn ogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot. En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns vingers in het water dope, en verkoele mijn tong; want ik lijde smarten in deze vlam. Maar Abraham zeide: Kind, gedenk, dat gij uw goed ontvangen hebt in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost, en gij lijdt smarten. En boven dit alles, tussen ons en ulieden is een grote klove gevestigd, zodat degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet zouden kunnen, noch ook die daar zijn, van daar tot ons overkomen.”
Met deze passage leert Jezus ons dat de Hemel en hel werkelijk bestaan. Net als de rijke man in deze passage geloven veel mensen niet in het bestaan van de Hemel en hel. Abraham is de vader van het geloof. Als er staat dat de bedelaar Lazarus werd gedragen in Abrahams schoot dan betekent het dat net zoals Abraham in het Woord van God geloofde, Lazarus ook geloofde in Jezus als zijn Verlosser, de verlossing van zijn zonden ontving en daarbij naar de Hemel ging. Terwijl we in deze wereld leven, moeten we allen nadenken en piekeren over het lot van Lazarus en de rijke man.
God zegt ons dat het leven op deze aarde voor iedereen niet alles is. Het doet er niet toe hoeveel iemand werkt terwijl hij op deze aarde is, hij/zij zal niet alleen slechts 70-80 jaar op deze aarde leven, maar alles wat er voor hem/haar uiteindelijk zal overblijven is slechts werk en verdriet.
We moeten daarom ons allen voorbereiden op ons nabestaan terwijl we leven. En we moeten ook ons geloof aan onze kinderen doorgeven zodat ook zij naar de goede plaats kunnen gaan. Hoe tragisch zou het zijn als iemand die op deze aarde gewoond heeft, uiteindelijk voor God zou staan om dan door Hem veroordeeld te worden en in het meer van vuur geworpen te worden?
Niemand kan veranderen wat door God is beslist, dat de personen wiens naam in de Boeken van de Daden geschreven staan in het meer van vuur geworpen zullen worden. Er is slechts één manier voor ons om het meer van vuur te voorkomen en dat is om zeker te stellen dat onze namen in het Boek des Levens geschreven staan. Er bestaat geen andere manier om aan het meer van vuur te ontsnappen dan dat onze namen in het Boek des Levens geschreven staan.
Hoe kunnen onze namen dan in dit Boeken van het Leven geschreven worden? Net zoals Lazarus gedragen werd in Abrahams schoot, zo moeten wij de verlossing van onze zonden ontvangen door Gods rechtvaardige daad te kennen en erin te geloven (Romeinen 5:18) door Zijn Woord. Slechts dan kunnen we de Hemel binnengaan. We moeten in Jezus geloven om onze namen in het Boek des Levens geschreven te hebben. Jezus is God zelf en onze Messias. Messias betekent de Ene die degenen redt die in de zonden vervielen. Slechts Jezus kan ons redden, opdat we niet vanwege onze zonden veroordeeld moeten worden door God en in het meer van vuur geworpen worden.
Wie op deze aarde kan ooit zondeloos zijn voor God en wie onder ons is 100 procent heilig in daden? Niemand! We moeten ons realiseren dat we slechts in de zonden kunnen vervallen en voor deze zonden van ons, zijn we verdoemd om in het meer van vuur geworpen te worden omdat we vol tekortkomingen zijn.
Maar God zendt Jezus naar deze aarde om ons te redden omdat we slechts in het meer van vuur geworpen kunnen worden voor onze zonden. De naam ‘Jezus’ betekent ‘de Ene die Zijn volk zal verlossen van hun zonden’ (Mattheus 1:21). Daarom kunnen we de Hemel slechts binnengaan als we in de waarheid geloven dat Jezus naar deze aarde kwam en ons redde van al onze zonden met Zijn rechtvaardige daad.
 
 
Wie zal er dan in het meer van vuur worden geworpen?
 
Openbaring 21:8 zegt ons wie in het meer van vuur zal worden geworpen: “Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood.”
Ten eerste, naar wie wordt verwezen met het woord “vreesachtigen” in de Bijbel? Dit verwijst naar de symbolische Christenen die niet de verlossing van al hun zonden hebben ontvangen door het evangelie van het water en de Geest en daarom zijn zij bang voor God ook al geloven zij toch op de een of andere manier in Jezus. God heeft besloten dat zulke mensen in het meer van vuur geworpen zullen worden. God heeft ook bepaald dat degenen die ongelovig, walgelijk, moordenaars, seksueel immoreel, tovenaars, afgoddienaren en leugenaars zijn, allen in de hel gegooid zullen worden.
Oorspronkelijk zijn er veel afgoddienaren in Korea. Zelfs nu is het niet ongewoon dat men mensen voor het beeld van Gods eigen schepping ziet buigen en gebeden ziet offeren. Mensen doen dit omdat ze onwetend en dwaas zijn. God haat het als mensen leveloze beelden aanbidden alsof zij goddelijk zijn.
God schiep de mens naar Zijn eigen beeld (Genesis 1:27). De mensheid is ook de meester van de hele schepping. Daarom moeten we in God geloven. Omdat we naar Gods eigen beeld gemaakt zijn, bestaan we eeuwig net zoals God zelf eeuwig bestaat. Er is geen eeuwige wereld voor ons na onze dood. Daarom heeft God ons gezegd Hem, de enige eeuwige God, te aanbidden. Wat zal er dan gebeuren als we buigen voor wat slechts Gods eigen schepping is? We zouden een grote zonde voor God begaan want we zouden beoefenen wat God het meest haat: verafgoding. De mensheid kan zo dwaas en stom zijn. We moeten ons realiseren dat God heeft besloten dat degenen die dit soort verkeerde geloof hebben, allen in het meer van vuur geworpen zullen worden.
Mensen die in de hel worden geworpen, sterven twee keer. Dit is wat God Zelf heeft besloten. De eerste dood komt op het einde van hun gekwelde levens op deze aarde, nadat ze in deze vermoeiende wereld hebben gelopen. Er wordt vaak gezegd dat degenen die eerst op vier voeten liepen, dan op twee, dan uiteindelijk op drie om op het einde slechts te sterven, niemand minder zijn dan de mensheid zelf.
Nadat ze een keer op deze manier gestorven zijn, zullen de mensen allen hun oordeel aanschouwen en het is op dat moment dat de tweede dood die nooit eindigt maar altijd zal duren, hun bezoekt door in het meer van vuur geworpen te worden wanneer zij voor God staan als zondaars. Wanneer zij gewoon in dit meer van vuur zouden sterven, dan zouden ze tenminste van hun lijden verlost zijn. Maar in plaats daarvan zal de dood van hun vluchten ook al willen ze echt sterven.
Iedereen heeft een wens om voor altijd te blijven leven en nooit de dood te hoeven aanschouwen. Het bestaan van de mensheid is eigenlijk eeuwig, net zoals de mensen zich dat wensen. Daarom beschrijft de Bijbel het niet als sterven als iemand doodgaat, maar als slapen. We moeten daarom allen aan de tweede dood ontsnappen die ons in het meer van vuur zal werpen. We moeten ons allen realiseren wat we moeten doen om onze naam in het Boek des Levens geschreven te krijgen. En om onze namen in het Boek des Levens te krijgen, moeten we op de juiste manier in Jezus geloven.
Mensen denken vaak en zeggen dat Jezus, Boeddha, Confusius en Mohammed allemaal gewoon mensen waren, en dat het in orde is om als goed persoon te leven. Daarom kunnen ze het niet begrijpen waarom we blijven volhouden dat zij slechts in Jezus moeten geloven. Maar dit zijn alles verkeerde gedachten. U en ik, evenals alles in deze wereld, zijn slechts schepsels en menselijke wezens voor God. Maar als we naar Jezus’ geboorte kijken en wat Hij heeft bereikt terwijl Hij op deze aarde was, beseffen we ons allen dat Hij niet gewoon een mens is zoals de rest van de vier wijzen. Hij is God zelf die naar deze aarde kwam in de gedaante van een mens om de mensheid te redden, nam al onze zonden op zich door Zijn doopsel, ontving namens ons alle straf voor onze zonden en vervulde aldus Zijn werk om de mensheid van de zonden te verlossen.
Christus’ geboorte was anders dan de geboorte van gewone mensen. Babies worden geboren door de gemeenschap van een man en een vrouw. Dit is hoe iedereen in deze wereld geboren wordt. Maar Jezus werd geboren uit een maagd die de man niet kon. Om ons mensen te redden en in vervulling van het Woord van de profetie die 700 jaar geleden geprofeteerd is door de Profeet Jesaja, werd Jezus, die God Zelf is, geboren op deze aarde in de gedaante van een mens, door het lichaam van een maagd (Jesaja 7:14). En terwijl Hij hier op deze aarde was, herrees Hij niet alleen de doden, en heelde de zieken en invaliden, maar Hij liet ook alle zonden van de wereld verdwijnen.
God, de Heer van de schepping die het hele universum maakte, kwam naar deze aarde en werd zelf een mens voor korte duur, alles om de mensheid van de zonden te redden. De reden waarom we in Jezus moeten geloven is ten eerste omdat Hij God zelf is. Ten tweede omdat Hij al onze zonden wegnam zodat onze naam in het Boek des Levens geschreven zou worden en ons Gods zondeloze kinderen zou maken. Als we op deze aarde geboren zijn, moeten we allen één keer sterven en na onze dood moeten we allen veroordeeld worden.
Maar Jezus kwam naar deze aarde, nam al onze zonden met Zijn doopsel dat Hij van Johannes ontving, werd aan het Kruis veroordeeld namens ons en stelde degenen onder ons die in Hem geloven daarmee in staat om voor altijd met Hem in het eeuwige Koninkrijk van de Hemel te leven. Om ons van ons oordeel van de zonden te verlossen, heeft God ons met andere woorden van al onze zonden gereinigd. Daarom moeten we allen in Jezus geloven, in de Ene die de Verlosser werd.
Jezus is niet slechts een mens. God kwam naar deze aarde in de gedaante van een mens door het lichaam van een maagd omdat Hij de mensheid heeft beloofd dat Hij hen zal redden en omdat Hij inderdaad iedereen van hun zonden heeft verlost, moeten we allen in Jezus geloven die God Zelf is. Als we op de correcte wijze in Jezus geloven, zal onze naam in het Boek des Levens geschreven worden. God zegt ons dat een mens slechts het Koninkrijk van de Hemel kan zien en binnengaan door wedergeboren te zijn uit het water en de Geest. We moeten allen in Jezus geloven.
 
 

Jezus die de Weg naar de Hemel werd

 
We moeten dan precies weten hoe Jezus al onze zonden liet verdwijnen. Toen Hij naar deze aarde kwam, werd Jezus in de Jordaan gedoopt door Johannes (Mattheus 3:13-17). Hij ontving Zijn doopsel van Johannes zodat Hij alle zonden van de mensheid op Zich kon nemen (inclusief alle zonden van u en mij). Door de handen van Johannes de Doper, de vertegenwoordiger van de gehele mensheid, werd iedere zonde van de gehele mensheid aan Jezus doorgegeven. Na aldus alle zonden van de wereld op Zich te hebben genomen door Johannes, vergoot Jezus Zijn bloed aan het Kruis en stierf. Na drie dagen herrees Hij van de dood.
Onze Heer heeft beloofd dat iedereen die in Hem gelooft, het eeuwige leven zal ontvangen. God heeft besloten dat iedereen die in de waarheid gelooft dat Jezus al zijn/haar zonden op Zich nam en de hele straf voor deze zonden aan het Kruis heeft ontvangen, niet in het meer van vuur geworpen zal worden, maar in plaats daarvan zijn/haar naam geschreven zal krijgen in het Boek des Levens.
Jezus zegt in Johannes 14:6, “Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.” De mensheid moet geloven in Jezus die de weg werd naar de Hemel. Jezus is onze Verlosser. Jezus is onze God. Jezus is de enige echte waarheid in deze wereld. En Jezus is de Heer van het leven. Om zeker te gaan dat onze namen in het Boek des Levens geschreven worden en dat we dus verwelkomt worden in het Koninkrijk van de Hemel, moeten we allen in Jezus geloven.
We moeten in Jezus, de Ene die de Verlosser van de verzoening is geworden, geloven omdat Jezus werkelijk al onze zonden op Zich nam door Zijn doopsel van Johannes de Doper in de Jordaan te ontvangen. En u en ik kunnen nu de Hemel binnengaan omdat Jezus onze gehele zaligheid heeft voltooid door gekruisigd te worden en Zijn bloed aan het Kruis te vergieten als straf voor onze zonden.
Jezus heeft besloten wie in het meer van vuur geworpen zal worden. Degenen die niet geloven en die lafhartig zijn, zullen in het meer van vuur geworpen worden. Niet alleen zullen zij zelf in het meer van vuur geworpen worden vanwege hun ongeloof, maar ook hun kinderen en nakomelingen. Om zijn eigen geestelijke en physieke welzijn te bereiken, moet men daadwerkelijk en absoluut in Jezus geloven.
 
 

Wat als Jezus Zijn doopsel niet had ontvangen?

 
God is de Enigste die Zijn zegens of vloeken geeft aan ieder menselijk wezen. Daarom moeten we in Hem geloven. Weet u waarom het leven van zoveel mensen zo miserabel is, waarom naties op deze aarde instorten? Dit komt omdat God zei dat Hij degenen die Hem haten en die afgoden aanbidden drie of vier generaties lang zal vervloeken. Maar Hij zei ook dat Hij duizend generaties zou zegenen aan degenen die God dienen en liefhebben en zich aan Zijn geboden zouden houden (Exodus 20:5-6).
Dit betekent niet dat iemand onvoorwaardelijk gezegend zal zijn als hij/zij op de een of andere manier in Jezus gelooft. Men moet in Jezus geloven met de juiste kennis over Hem. Met andere woorden, als mensen geloven dat Jezus God Zelf is die naar deze aarde kwam, dat Hij al hun zonden wegnam door deze zonden met Zijn doopsel op Zichzelf te nemen en dat Hij hun ware Verlosser is geworden door namens hun gekruisigd te worden, dus als zij geloven dat Jezus hun eigen God en Verlosser is, zegt God dat Hij degenen die zo geloven voor duizend volgende generaties zal zegenen.
Tegelijkertijd heeft God ons ook beloofd dat Hij degenen die niet in Jezus geloven, drie of vier volgende generaties zal vervloeken. Daarom moet iedereen, het doet er niet toe wie hij/zij is, in Jezus geloven en iedereen moet de waarheid van de wedergeboorte van het water en de Geest kennen en erin geloven. Degenen die zulk geloof hebben, zullen vergeven worden van al hun zonden, het eeuwige leven ontvangen, de Hemel binnengaan en terwijl ze hier op aarde zijn alle zegens ontvangen die God voorheen aan Abraham heeft gegeven.
We moeten alle verblijven in dit Woord dat God voor ons beslist heeft en ons geloof moet absoluut volgens het Woord zijn zoals het geschreven staat. We moeten ons realiseren en geloven in het feit dat degenen die niet in God geloven, in het meer van vuur geworpen zullen worden, maar de namen van degenen die geloven zullen daarentegen in het Boek des Levens geschreven worden en ze zullen in de Nieuwe Hemel en Aarde verwelkomt worden. En we moeten ook geloven dat degenen onder ons die geloven, weer zullen leven. Dat we wedergeboren zijn, is slechts mogelijk gemaakt door het evangelie van het water en de Geest.
Omdat niemand zonder water kan leven, is het evangelie van het water samen met het evangelie van het bloed van kritisch belang voor onze zaligheid. Toen Jezus werd gedoopt, nam Hij al onze zonden op Zich. En Hij werd ondergedompeld in het water en herrees toen weer van het water. Dit betekent Zijn dood aan het Kruis en Zijn herrijzenis. Met andere woorden, onze Heer werd voor al onze zonden in onze plaats veroordeeld. En dat de Heer weer uit het water komt, vertegenwoordigt Zijn herrijzenis. Dit betekent ook onze eigen herrijzenis, van degenen die geloven.
We geloven echt dat Jezsus onze zonden wegnam met Zijn doopsel. Als Jezus niet Zijn doopsel had ontvangen, wat zou er dan met ons gebeurd zijn? We zouden op geen manier aan het meer van vuur kunnen ontsnappen. Evenals niemand in deze wereld kan leven zonder regen, bestaat de planeet aarde door water. Zo belangrijk is ook Jezus doopsel voor ons. Zo is Zijn dood aan het Kruis ook even belangrijk want dit betekent dat Hij voor onze zonden namens ons werd veroordeeld. Als we van Gods vloek en oordeel verlost willen worden, moeten we echt in Jezus geloven. En als we van onze zonden gereinigd willen worden, moeten we geloven dat al onze zonden aan Jezus zijn doorgegeven toen Hij gedoopt werd.
Het Christelijke geloof is nooit het soort religie dat de mensen laat sidderen van angst. Iedereen moet in Jezus geloven. De wedergeborenen moeten in de Kerk van de wedergeborenen komen en het Woord horen om gevoed te worden in geloof.
Sommige mensen beweren dat iemand in Jezus moet geloven en goede daden moet doen om gered te worden en zegens te ontvangen, maar dit alles is slechts een bedriegelijke bewering van leugenaars. Natuurlijk moeten we als deugdzame Christenen leven terwijl we goede daden doen, maar als het om ons fundamentele probleem van onze zaligheid gaat, is onze aard zo slecht dat niemand van ons ooit ons vleselijke leven in 100 procent volmaaktheid zal leven. Daarom zijn degenen die beweren dat iemand gered moet worden door goede daden, allemaal leugenaars die het evangelie van het water en de Geest niet kennen en die mensen bedriegen.
We kunnen slechts rechtschapen mensen worden wiens harten zondeloos zijn en ons kwalificeren om de Hemel binnen te gaan als we erkennen dat we oorspronkelijk verdoemd zijn om te zondigen, als we nadenken over het doopsel dat Jezus Christus ontving en het Kruis dat Hij voor ons droeg van het geschreven Woord van God en als we al deze dingen accepteren. Voordat de Heilige Geest in ons aanwezig is en ons leidt, kunnen we nooit goed zijn, hoe hard we ook proberen.
God redde ons door al onze zonden te laten verdwijnen. In plaats van ons in het meer van vuur te werpen dat voor altijd brandt, heeft Hij onze namen in het Boek des Levens geschreven, ons de Nieuwe Hemel en Aarde gegeven en zoals de bruiden zich hebben versierd voor de Bruidegom, zo ook heeft Hij ons de schoonste en mooiste huizen, tuinen en bloemen gegeven. En Hij zal ook alle ziekten van ons wegnemen, en voor altijd met ons in Zijn Koninkrijk wonen. We moeten in Jezus geloven omwille van onze nabestaan, maar we moeten ook in ons huidige leven in Hem geloven. Omwille van onze kinderen moeten we ook geloven.
Wilt u verwelkomt worden in de Hemel of wilt u in het meer van vuur geworpen worden? Welke erfenis wilt u aan uw eigen kinderen doorgeven? Zelfs als u enige moeilijkheden en leed aanschouwt vanwege uw geloof in Jezus, moet u nog steeds in Hem geloven, want dit zal zowel u en uw kinderen grote zegens brengen.
Mijn geliefde heiligen, door Zijn Woord heeft God ons de reden gegeven waarom we het evangelie van het water en de Geest moeten preken en de reden waarom onze families ook gered moeten worden. Ik geef mijn dank aan God.