Search

Preken

Onderwerp 9: Romeinen (commentaren over Romeinen)

[Hoofdstuk 4-2] Zij die de Hemelse Zegen door Geloof ontvingen (Romeinen 4:1-8)

(Romeinen 4:1-8)
“Wat zullen wij dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het vlees? Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar niet bij God. Want wat zegt de Schrift? ‘En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid.’ Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld. Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid. Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken; Zeggende: ‘Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent.’”
 


Gezegend zijn zij wiens zonden uitgewist zijn

 
Ik dank de Heer voor het redden van zoveel zielen. De Bijbel spreekt over gezegende mensen in Romeinen hoofdstuk 4, dus zou ik graag willen praten over diegenen die gezegend zijn.
“Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken; Zeggende: Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent’” (Romeinen 4:6-8). De Bijbel spreekt over de mensen die voor God gezegend zijn. De mensen die werkelijk gezegend zijn, zijn zij wiens zonden voor God zijn uitgewist en tot wie de Heer geen zonde zal toerekenen.
Laten we, voordat we dieper ingaan op de Geschriften, onze huidige toestand onderzoeken zoals die is. De Bijbel spreekt over de gezegende mensen die de vergeving van hun zonden hebben ontvangen. Laten we er dan over nadenken of we het ook verdienen om gezegend te worden of niet.
Er is geen enkele persoon in deze wereld die niet zondigt. De mensheid begaat zoveel zonden als een dikke wolk, net zoals het geschreven staat in Jesaja 44:22. Niemand kan Gods oordeel vermijden zonder de genade van Jezus Christus.
We werden verlost van onze zonden en van Gods oordeel door Jezus’ doopsel en bloed aan het Kruis, waardoor de Heer ons de vergeving van zonden gaf. Bovendien kunnen we nu leven dankzij het offer dat Jezus Christus heeft gebracht. Is het mogelijk dat er iemand in deze wereld is die nooit zondigt tijdens zijn/haar hele leven? Of iemand nu een persoon is die de vergeving van zonden heeft ontvangen of niet, hij/zij zondigt zijn hele leven lang. Omdat we voortdurend zonden begaan zonder het ons te realiseren, zijn we voorbestemd om het oordeel te ontvangen vanwege de zonden. 
Ik geloof in het feit dat iemand die zelfs maar het kleinste beetje zonden bezit, naar de hel zal gaan. Waarom? Omdat de Bijbel zegt dat de bezoldiging van de zonde, de dood is (Romeinen 6:23). Het loon van de zonde, wat het ook mag zijn, moet worden betaald, en de zonden worden pas vergeven nadat men de prijs heeft betaald. Zonde brengt alleen oordeel.
We leven te midden van allerlei soorten zonden, zowel ernstige als kleine, zoals zonden als gevolg van onwetendheid, zonden die bewust begaan worden, en zonden veroorzaakt door zwakheden. Strikt genomen kunnen we niet anders dan onze zonden voor God toe te geven, zelfs als we goede excuses hebben. Bent u het hiermee eens? Het is niet juist voor ons om te weigeren onze zonden toe te geven, ook al zijn al onze zonden vergeven. Iedereen moet de dingen toegeven die moeten worden toegegeven. 
 


Alleen de rechtvaardigen kunnen de Heer loven

 
De rechtvaardigen, wiens zonden en zwakheden al vergeven en bedekt zijn, zijn zondeloos en danken God. We kunnen God niet anders dan elk uur en minuut danken, wanneer we voor Hem verschijnen, want de Heer nam al onze zonden weg, ook al zijn onze zonden zo enorm als een dikke wolk. We danken de Heer die al onze zonden wegnam, door gedoopt te worden van Johannes de Doper in de Jordaan en door in onze plaats het oordeel aan het Kruis te ontvangen.
Als de Heer niet al onze zonden op Zich had genomen door Zijn doopsel, noch gekruisigd was en stierf om het loon te betalen, zouden wij Hem dan onbeschaamd de Vader noemen? Hoe zouden wij de Heer kunnen prijzen? Hoe zouden wij de naam van God kunnen prijzen en Hem kunnen danken voor Zijn geschenk van zaligmaking en Hem verheerlijken? Dit alles komt door het geschenk van Gods genade.
Wij, de heiligen, kunnen de Heer prijzen en danken omdat onze zonden al zijn uitgewist. Door het offer van Christus en het feit dat de Heer al onze zonden wegnam, inclusief de allerkleinste zonde, kunnen we de Heer danken. 
Hoewel we vergeven zijn van al onze zonden, kunnen we niet volmaakt worden door onze daden terwijl we op deze aarde leven. Wij zijn allemaal zwak, maar wij, de rechtvaardigen, prijzen de Heer die het loon voor alle zonden van de zondaars heeft betaald met Zijn genade. Bent u in de duisternis? Wat voor soort duisterheid er ook mag zijn, als we het kleinste beetje zonde voor God erkennen, als we belijden dat we gezondigd hebben voor God, en als we geloven in de Heer die al deze zonden wegnam, dan zal de waarheid van de Heer ons toestaan Hem te prijzen en te danken. We worden de heiligen die niet anders kunnen dan Jezus Christus te prijzen vanwege Zijn genade en vergeving van zonden. Bovendien worden we de aanbidders van God nadat we de genade van de vergeving van zonden in ons hart hebben ontvangen.
 

Als we rechtvaardig worden gemaakt zonder werken, is dat een geschenk van God
 
“Wat zullen wij dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het vlees? Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar niet bij God. Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid. Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld. Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid” (Romeinen 4:1-5).
De menselijke zonde wordt pas uitgewist nadat het loon is betaald. Bent u ervan overtuigd dat uw geweten gereinigd is? Ongeacht wat voor soort zonden het zijn, ons geweten kan alleen gereinigd worden nadat het loon van de zonden betaald is. Wij, zondaars, hadden geen andere keuze dan te sterven, maar de Heer stierf voor onze zonden. Daarom werden zondaars rechtvaardig gemaakt door gered te worden.
In Romeinen hoofdstuk 4 zei Paulus dat zondaars gered zijn door Jezus Christus die alle zonden van de wereld op Zich nam in de Jordaan en gekruisigd werd om veroordeeld te worden voor hun zonden door Abraham, de voorvader van het geloof die in Gods woord geloofde, als voorbeeld te gebruiken. De Bijbel zegt dat Abraham rechtvaardig werd omdat hij in God geloofde. Hij werd niet gered door zijn eigen daden, maar door het geloof in Gods woord. Daarom rekende God hem tot de rechtvaardigen. Abraham verkreeg de zaligmaking door in Gods woorden te geloven en hij werd de vader van allen die geloven. Hij werd rechtvaardig door in het verbond van God te geloven.
Wat is de zaligmaking van zonde en de genade van God die aan ons zondaars werd geschonken? Laten we hier eens over nadenken om het punt duidelijk maken. “Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld” (Romeinen 4:4). Dit vers gaat over de zaligmaking van God, die ons van alle zonden heeft gered. Het gaat over de vergeving van zonden. “Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld.” Als een mens loon ontvangt voor zijn werk, zal hij zijn loon dan als genade of als een schuld beschouwen? De Apostel Paulus legt de zaligmaking uit, waarbij hij Abraham als voorbeeld gebruikt. Het is normaal dat een mens die heeft gewerkt, het loon voor zijn werk in ruil daarvoor ontvangt. Als we echter gemaakt zijn om net zo rechtvaardig te zijn als de heiligen, zelfs als we geen volmaakt leven hebben geleid, is dat door Gods geschenk, niet door onze eigen inspanningen.
“Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld” (Romeinen 4:4). De zaligmaking door de vergeving van zonden is te danken aan het doopsel en bloedvergieten van de Heer. De zaligmaking werd mogelijk gemaakt door de genade en het geschenk van de vergeving van zonden. De mensheid kan zich er niet van weerhouden om te zondigen, dus worden ze gedwongen toe te geven dat ze gezondigd hebben. Ze kunnen hun zonden niet wegwassen, ongeacht welke doctrines zij ook geloven, of hoe hard zij ook voor hun zonden bidden. 
De enige manier voor zondaars om hun zonden weg te wassen is, door in de zaligmaking te geloven die zegt dat de Heer de zonden van de wereld op Zich nam door gedoopt te worden van Johannes de Doper in de Jordaan en door gekruisigd te worden om het plaatsvervangende oordeel voor de zonden te ontvangen. Zondaars hebben niet de kwalificaties om voor hun eigen zonden te betalen met een of ander offer van hun zelf. Het enige waartoe zondaars in staat zijn, is te geloven in de zaligmaking door de vergeving van de zonden. Het enige waarop zij kunnen vertrouwen, is Gods genade. 
Door het doopsel in de Jordaan te ontvangen, nam Jezus, op de meest gepaste wijze, al onze zonden weg, en door Zichzelf aan het Kruis te offeren, zijn de zondaars van al hun zonden gered. Dit omvat de kleine zonden die we begaan vanwege onze zwakheden onder Satans misleidingen en de zonden die zo groot zijn als een hoge berg. Daarom ontvangen zondaars de zaligmaking door het geloof in het doopsel en het bloed van Jezus Christus. Door Gods gratis geschenk van de zaligmaking zijn wij, die eerst zondaars waren, nu rechtvaardig. 
 

De verlossing van de zonden wordt alleen gegeven door genade en als geschenk
 
De Apostel Paulus vertel hoe een zondaar van al zijn/haar zonden wordt gered. “Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld.” Hij legt de genade van de zaligmaking uit door het te vergelijken met de werken van deze wereld. Als een zondaar, nadat hij voor God heeft gewerkt, zegt dat hij/zij de zaligmaking van zijn/haar zonden ontving, dan is dat niet door Gods geschenk maar door zijn/haar werken. De vergeving van zonden wordt alleen gegeven door genade en als geschenk. Geen van onze daden zijn inbegrepen in de genade van God. Was de vergeving van zonde, dat we Gods geschenk aan ons ontvingen, of niet? Ja, dat was het. We hadden geen andere keuze dan om te komen vanwege onze zonden. Jezus Christus, onze Verlosser, nam echter al onze zonden op Zich door gedoopt te worden van Johannes de Doper in de Jordaan.
We zijn gered van onze zonden door in het feit te geloven dat Jezus Christus het loon van de dood betaalde en voor ons stierf. Hij heiligde ons door al onze zonden met Zijn doopsel weg te nemen en Hij redde ons van al onze zonden door de zonden naar de kruisiging te dragen. Dit alles is uit de genade van Jezus’ zaligmaking. Onze verlossing werd mogelijk gemaakt door de genade van God. Het is een geschenk. Het is gratis. Zondaars werden gered door Gods liefde voor zondaars. Jezus nam al onze zonden weg door Zijn doopsel en verloste de zondaars van alle zonden in de wereld en van alle oordelen van God door gekruisigd te worden.
“Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid?” (Romeinen 4:5). Eerder hadden we het over de persoon die werkt. De zin, “Doch dengene die niet werkt” verwijst naar diegenen die geen deugdzame daden verrichten met als doel rechtvaardig te worden. Paulus vervolgt met de rest van het vers door te zeggen, “maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid?”
Hij gebruikt de goddeloze als voorbeeld om Gods gerechtigheid uit te leggen. Wat betekent het om goddeloos te zijn? Een goddeloos persoon is iemand die geen ontzag heeft voor God en gewoon een losbandig leven leidt tot zijn/haar laatste adem, wat precies het tegenovergestelde is van goddelijk zijn. Dit woord verwijst naar iemand die voor God zondigt totdat hij/zij sterft. Het is waar dat mensen vol zonden geboren worden. Bovendien is het de ware aard van mensen om voorbestemt te zijn om Gods oordeel te ontvangen vanwege hun zonden. 
Er staat echter geschreven, “Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.” De zin “Doch dengene, die niet werkt” betekent hier “hoewel hij niet goddelijk is.” Zijn wij goddelijk voor God? ─Nee, dat zijn we niet─
De Heer zegt tegen ons, de goddeloze, “U bent zonder zonde en u bent rechtvaardig.” De Heer nam het loon voor al uw zonden weg en betaalde ervoor. Gelooft u dat Jezus absoluut het loon van de zonden heeft betaald? Voor de gelovige wordt zijn/haar geloof gerekend tot gerechtigheid. “Jullie hebben gelijk. Jullie geloven er werkelijk in. Jullie zijn Mijn rechtvaardig volk. Jullie hebben geen zonde omdat Ik ze uitgewist heb toen Ik gedoopt werd van Johannes de Doper en veroordeeld werd voor al jullie zonden aan het Kruis!” 
God nam alle goddeloze zonden van deze wereld weg door Jezus’ doopsel, hoewel de hele mensheid goddeloos is. God stuurde Zijn eniggeboren Zoon en nam de zonden door Zijn doopsel weg en Hij werd in de plaats van de goddeloze gekruisigd. God vervulde tegelijkertijd zowel de wetten die zeggen dat het loon van de zonde de dood is als de wet van Gods liefde. Hij redde alle zondaars van hun zonden. 
God zegt, “Ja, u bent zondeloos. Mijn Zoon heeft u gered. U bent gered,” aan diegenen die geloven dat Jezus alle zonden van deze wereld in de Jordaan wegnam door Zijn rechtvaardige daad namens de zondaars. Daarom worden ze rechtvaardig gemaakt, zelfs als ze niet goddelijk zijn geweest. God zegt dat zij Zijn zondeloos volk zijn, hoewel ze goddeloos zijn als Hij hun geloof in de zaligmaking van de Heer ziet. Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent.
God vraagt ons of we goddelijk zijn. “Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.” Doen we goede daden? We kunnen niet goed doen, maar zijn alleen geneigd te zondigen. Niettemin heeft God Zelf ons gered met het geschenk van de zaligmaking. We geloven in de zaligmaking van de Heer, namelijk, het doopsel en het bloed van Jezus!
 

We moeten leven door het geloof in de zaligmaking van de Heer
 
We gaan de Heer loven en we danken Hem voor Zijn geschenk van liefde en genade van de vergeving van zonden, wetende hoe gewillig Hij al het loon van de zonden van ons, de goddeloze, betaalde. We kunnen Hem niet genoeg danken voor het feit dat Hij het loon van onze zonden betaalde door Zijn doopsel en het Kruis, als we toegeven dat we goddelozen zijn voor God. We kunnen God echter niet danken voor Gods genade als we denken dat we goddelijk zijn.
Aan de persoon die in Jezus Christus gelooft, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn/haar geloof gerekend tot gerechtigheid. Zij die in de verlossing en het oordeel van Jezus geloven, die hun rechtvaardig maken, ontvangen de geschenken van God. Niemand is goddelijk voor God omdat zij veel fouten maken terwijl ze proberen goddelijk te leven.
Het feit dat mensen niet anders kunnen dan te zondigen, bewijst hun goddeloosheid. Daarom leef ik door het geloof in Gods zaligmaking, hoewel ik goddeloos ben. Om door geloof te leven, betekent niet te leven zoals men wil. Er is een bepaalde manier om door geloof te leven voor iemand die door geloof rechtvaardig is geworden. 
De wedergeboren heiligen hebben iedere dag het evangelie van de zaligmaking van Jezus nodig. Waarom? Omdat hun daden niet goddelijk zijn op aarde en ze niet anders kunnen dan hun hele leven te zondigen. Iedereen moet het goede nieuws horen dat zegt dat Jezus alle zonden van de wereld wegnam door Zijn doopsel. De rechtvaardigen moeten het evangelie iedere dag horen en het zich herinneren. Dan kan hun geest leven en herhaaldelijk gesterkt worden net als een bron. “Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid?” Voor wie is deze boodschap? Deze boodschap is ontworpen voor alle mensen in deze wereld, inclusief u en ik.
De Bijbel verteld ons gedetailleerd hoe Abraham rechtvaardig werd gemaakt. Voor de persoon die werkt, wordt Gods zaligmaking niet gewaardeerd en hij/zij zal het weigeren. Zo’n persoon geeft geen dank voor het evangelie. Allereerst, wat vers 4 beschrijft, is een persoon die werkt, d.w.z., probeert om deugdzame daden te doen, om het Koninkrijk van de Hemel binnen te gaan. Dit soort persoon geeft nooit dank voor Jezus’ offer. Waarom niet? Omdat hij/zij werkt en veel deugdzame daden doet terwijl hij/zij berouwgebeden opzegt om vergeven te worden van zijn/haar dagelijkse zonden, en dus denkt dat zijn/haar eigen ondernemingen gewerkt hebben om de vergeving van zijn/haar zonden te ontvangen, is hij/zij niet dankbaar voor Zijn absolute genade, die in dit evangelie is. Daarom kan de persoon niet werkelijk het geschenk van Gods zaligmaking ontvangen.
De Bijbel zegt, “Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid?” (Romeinen 4:5). Dit betekent dat de Heer diegenen volmaakt redde die goddeloos waren en wiens zonden niet vergeven konden worden door hun eigen daden. Het laat ons ook zien dat Gods genade geopenbaard is aan de rechtvaardigen, die gered zijn door de vergeving van zonde te ontvangen.
 

Maar de persoon die werkt, beschouwt Zijn genade niet als genade
 
Romeinen 4:5 is van toepassing op iemand die God erkent en in Zijn woorden gelooft, net zoals Abraham deed. We geloven in de Heer die de goddeloze redde. Er zijn twee soorten mensen onder de christenen: zij die nog steeds werken om voor hun zonden vergeven te worden en zij die volledig van hun zonden vergeven zijn. Zoals geschreven staat in vers 4, “Dengene die werkt” en “wordt het loon niet toegerekend naar genade,” weigert de genade van de vergeving van zonden omdat hij tot God komt met werken nadat hij in Jezus is gaan geloven.
Mensen kunnen alleen zondaars blijven, omdat zij hun daden aan God aanbieden. De Doctrine van Rechtvaardiging is een christelijke doctrine die stelt dat een gelovige stapsgewijs beetje bij beetje geheiligd kan en moet worden tot de dag dat hij/zij sterft, en het leidt er dus toe dat gelovigen het geschenk van de vergeving van zonden weigeren en tegen God vechten. De Bijbel zegt niet dat een persoon geleidelijk aan rechtvaardig wordt. Diegenen die stapsgewijs proberen geheiligd te worden door om de vergeving van zonden te bidden, door goede daden te doen, en door zijn/haar vuiligheid te reinigen, zijn diegenen die werken. Dit zijn mensen die het verdienen om naar de hel te gaan als dienaren van Satan. Zij kunnen niet als rechtvaardig worden beschouwd omdat zij de genade van de Heer weigeren.
Niemand onder ons is goddelijk. Op dit moment zijn er echter zoveel mensen op weg naar en geloven in de verkeerde richting. Zij geloven dat hun werkelijke zonden worden vergeven als zij dagelijks berouw tonen, wetende dat Jezus al hun zonden uit het verleden heeft weggewassen. Zij doen dit omdat zij denken dat zij een beetje goddelijk zijn. Zij pronken met hun goedheid en reinheid voor Jezus. Uiteindelijk schieten zij tekort in de vergeving van zonden, het geschenk van God.
 

Wie is gezegend?
 
De heiligen die verlost zijn van al hun zonden worden rechtvaardig door geloof te hebben in Jezus. Het antwoord op de vraag welke soort persoon rechtvaardig kan worden is deze: Een persoon die zijn/haar zwakheden goed kent en niet in staat is om gebeden van berouw op te zeggen voor zijn/haar zonden, is onder andere geneigd rechtvaardig te worden. Alleen zij die niet goed zijn in het doen van goede daden, opzeggen van gebeden, uitvoeren van goddelijkheid, en die arm van geest zijn, zullen het geschenk van de verlossing van de zonden van Jezus ontvangen. Zij zullen rechtvaardig worden gemaakt. Deze mensen hebben geen goede dingen gedaan voor God.
Het enige dat zij gedaan hebben is eerlijk hun zonden toe te geven, terwijl ze zeggen, “Ik heb gezondigd. Ik ben een zondaar die niet anders kan dan naar de hel te gaan als ik sterf.” Dan geeft Jezus Christus hem/haar het geschenk van de volledige zaligmaking die Hij volbracht heeft. Geloof, in het feit dat de Heer gedoopt werd door Johannes de Doper in de Jordaan om alle zonden weg te nemen en dat Hij werd gekruisigd, maakt het voor de zondaars mogelijk om van alle zonden, in hun hart, gered te worden. Zij worden gekleed met de zegen dat zij Gods kinderen werden. Het is Gods geschenk voor zondaars om voor Hem van al hun zonden gered te worden. Ik dank de Heer, Jezus Christus, omdat ik verlost ben van de ondergang. 
In vers 6 beschrijft de Apostel Paulus de mens die door God gezegend is “zonder werken.” Hij verduidelijkt de volgende drie onderdelen met betrekking tot “werken.” Ten eerste, “Dengene die werkt,” dan “Hij die niet werkt” en ten laatste “zonder werken.” De Bijbel zegt, “Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken; Zeggende: Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent” (Romeinen 4:6-8). ‘Toegerekend worden van de Heer’ betekent niet dat God een persoon als zondeloos beschouwd, ook al is hij/zij met zonde, maar Hij bedoelt werkelijk dat de persoon eigenlijk geen zonde heeft.
God verteld ons over de zaligmaking van de mensheid. Mensen die vergeven zijn van al hun zonden, zijn gelukkig, nietwaar? Niemand is gelukkiger dan ons. Niemand is gelukkiger dan een persoon die de vergeving van zonden heeft ontvangen. Het betekent dat iedereen die zonde heeft, zelfs al is het maar een klein beetje, veroordeeld zal worden door God en nooit gelukkig kan zijn. De rechtvaardigen zijn echter gelukkig omdat zij de vergeving van zonden hebben. God zegt, “Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent” (Romeinen 4:8).
“Welker zonden bedekt zijn” betekent dat de Heer de zonden van de mensheid uitwiste. David zei ook, “Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn.” Gezegend zijn diegenen van wie de zonden vergeven zijn, hoewel zij iedere dag in deze wereld zondigen. De rechtvaardigen, die de vergeving van zonden ontvangen hebben, zijn gered van hun levenslange zonden door Jezus Christus. De rechtvaardigen zijn werkelijk gelukkig.
 

Gezegend zijn zij van wie de zonden bedekt zijn
 
Ten tweede, wat voor soort persoon is gelukkig? “Zalig zijn zij welker zonden bedekt zijn.” We zondigen altijd, maar wat het betekent om onze zonden bedekt te krijgen, is dat Jezus al onze zonden door Zijn doopsel en kruisiging wegnam. Zal God de Vader ons dan veroordelen? Zijn alle zonden van de zondaars bedekt? We zullen niet veroordeeld worden omdat Jezus al onze zonden wegnam, Zijn bloed vergoot aan het Kruis en voor ons stierf omdat wij in Hem zijn.
Gezegend zijn zij van wie de zonden bedekt zijn. De dood, die het loon van de zonden is, komt niet over ons omdat Jezus al onze zonden door het doopsel wegnam. Halleluja! Wij zijn gelukkig. Hebben wij zonden? Nee. Zij die Jezus Christus, die door het water en het bloed kwam, niet kennen, of niet weten dat alle zonden van de wereld aan Hem zijn doorgegeven toen Hij het doopsel in de Jordaan ontving, zullen altijd zonden hebben, zelfs als zij vurig in Jezus geloven.
Zij die echter de waarheid van de zaligmaking kennen en erin geloven, bezitten geen zonde. Gezegend zijn zij van wie de zonden bedekt zijn. Zalig zijn zij die al hun zonden aan Jezus Christus hebben doorgegeven toen Hij gedoopt werd door Johannes de Doper. Wie is werkelijk gelukkig in deze wereld? Gezegend zijn zij die de Verlosser voor zichzelf hebben, ondanks hun zwakheden. Gezegend zijn zij die in Jezus, de Verlosser, geloven, die al hun zonden wegnam, zelfs de kleinste zonden en die werd gekruisigd om in hun plaats veroordeeld te worden.
 

Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent
 
Gezegend zijn zij die in de waarheid van de zaligmaking geloven en de goede Herder in zich hebben. Ten derde zegt David, “Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent” (Romeinen 4:8).
Wij, die de verlossing van de zonden bezitten, zijn rechtvaardig, zelfs al zijn we zwak. Ons vlees is nog steeds zwak zelfs als we door geloof rechtvaardig zijn. Nam de Heer al onze zonden door Zijn doopsel weg? Beschouwt de Heer ons als diegenen die veroordeeld moeten worden? Nee. De Heer geeft niet toe dat we veroordeeld moeten worden, hoewel we onvoldoende en zwak zijn. Waarom rekent de Heer ons niet de zonden toe? Omdat Hij al het loon voor de zonden betaald heeft en voor ons veroordeeld werd. De Heer herinnert zich niet de zonden van de persoon die door het geloof rechtvaardig is gemaakt, noch rekent hij de persoon toe om veroordeelt te worden.ppp
Gezegend is de persoon die rechtvaardig gemaakt is door het geloof. Gezegend is de persoon die wedergeboren is uit het water en de Geest (Johannes 3:5). Meestal zoeken we naar wereldlijke dingen en verliezen Zijn zegen, waarbij we vergeten dat God ons heeft gered en gezegend. We zullen tegen God zijn als we Zijn genade verliezen. We moeten de genade van God in onze gedachten dragen. De zaligmaking van God bestaat binnenin de gelovigen. 
De Heilige Geest van God is aanwezig in diegenen van wie de zonden zijn uitgewist. Alleen de rechtvaardigen zullen door God niet veroordeeld worden. Gezegend zijn zij die in deze wereld en in het Koninkrijk van de Hemel niet door God worden veroordeeld. Waarom? Omdat ze door God als rechtvaardig worden beschouwd, Zijn liefde ontvingen en Zijn kinderen werden. 
 

We zijn gezegend door geloof
 
Gezegend zijn zij die rechtvaardig worden door geloof. Zijn de wedergeborenen de gezegende voor God? -Ja- De Apostel Paulus zei, “Verblijdt u te allen tijd. Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u” (1 Thessalonicenzen 5:16-18) omdat hij door het geloof werd gezegend als een afstammeling van Abraham, de vader van het geloof. Wij zijn ook de afstammelingen van Abraham. Abraham werd gered omdat hij geloofde in Gods woord, net zoals wij dat doen. God sprak tegen Abraham, “Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot” (Genesis 15:1). 
Toen zeide Abram: “Heere, HEERE! wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliëzer?” Voorts zeide Abram: “Zie, mij hebt Gij geen zaad gegeven, en zie, de zoon van mijn huis zal mijn erfgenaam zijn!” En ziet, het woord des HEEREN was tot hem, zeggende: “Deze zal uw erfgenaam niet zijn; maar die uit uw lijf voortkomen zal, die zal uw erfgenaam zijn.” Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: “Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt.” En Hij zeide tot hem: “Zo zal uw zaad zijn!” “Ik geloof het, Heer.” Aldus geloofde Abraham in de woorden van God.
Kunt u net als Abraham in Gods woorden geloven in deze wereld? Lijkt het voor de mensen niet onmogelijk om dat te doen? De vrouw van Abraham was te oud om een zoon voort te brengen. Abraham geloofde echter in Gods woord in een tijd waar weinig hoop bestond. Daarom werd Abraham geacht rechtvaardig te zijn voor God.
Jezus wiste al onze zonden uit. Jezus nam al onze zonden op Zich door Zijn doopsel en Hij werd voor ons veroordeeld met Zijn bloed. We werden de nakomelingen van Abraham door de vergeving van zonden en Gods zaligmaking te ontvangen omdat we zo goddeloos waren, terwijl anderen niet geloofden. De Bijbel zegt, “Want het dwaze Gods is wijzer dan de mensen; en het zwakke Gods is sterker dan de mensen” (1 Korintiërs 1:25). God verandert diegenen die in het evangelie van God geloven in Zijn kinderen door hun geloof in het doopsel van Jezus (het water) en Zijn Kruis (het bloed). Dit lijkt misschien dwaas voor de mensheid, maar de zaligmaking van God en Zijn wijsheid van de vergeving van zonden zijn als zodanig. Het lijkt misschien ook dwaas vanuit een menselijk oogpunt, maar God redde de zondaars van al hun zonden met Zijn gratis geschenk.
Jezus riep een van de tienduizend mensen uit de vier hoeken van de wereld en zegende hen en redde hen en ontving lof door hen. Zijn we gezegend of niet? -Ja, dat zijn we- Vergeet niet dat het niet vanwege uw werken was. We zijn gezegend omdat we geloofden in de zegeningen die God ons gaf, en omdat Hij ons geloof gaf door Zijn woorden. God maakte ons Zijn kinderen door uit het water, bloed en de Geest (1 Johannes 5:4-8) te komen, en omdat Hij ons Zijn liefde gaf.
We zijn gezegend, ook al leven we met veel zwakheden op aarde. Ik dank de Heer oprecht. Hij gaf ons die kostbare zegeningen, rekent de zonde niet toe, vergaf al onze ongerechtigheden en bedekte ons, zelfs toen wij, de goddelozen, niet in staat waren voor onze zaligmaking te werken. We zijn alleen door het geloof met de zaligmaking gezegend.