Search

Preken

Onderwerp 9: Romeinen (commentaren over Romeinen)

[Hoofdstuk 6-1] Inleiding over Romeinen Hoofdstuk 6

We moeten ons bewust worden van het geheim van Jezus’ doopsel

 
Kent u het geheim van het doopsel dat Jezus van Johannes ontving, en gelooft u erin? Ik zou u hierover willen vertellen door Romeinen 6:1-4. “Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde? Dat zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven? Of weet gij niet, dat zovelen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden.”
Om deze Geschriften te begrijpen en de waarheid uit te diepen, moeten we allereerst het geloof van Paulus begrijpen dat getoond wordt in Galaten 3:27 en we moeten hetzelfde geloof als hem hebben. Hij zegt, “Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan.” Wat betekent deze passage? Nu kunnen we deze woorden door Mattheus 3:13-17 begrijpen.
Paulus vraagt of we zouden blijven zondigen, want we hebben de vergeving van zonden voor eens en altijd ontvangen door in Gods gerechtigheid te geloven. Het antwoord van Paulus was nee, en het is ook het antwoord dat diegenen die oprecht in Gods gerechtigheid geloven, zouden moeten hebben. Dit betekent niet dat de rechtvaardigen nooit in hun vlees zondigen. Dat is niet waar.
Het betekent ook niet dat we, omdat onze zonden vergeven zijn, we moeten proberen nog meer te zondigen. De rechtvaardigen zijn al gedoopt in Zijn dood. Hoe kunnen zij die geloof in Zijn gerechtigheid hebben, nog steeds in zonden verblijven? Dit kan niet waar zijn. Paulus legt de reden uit in Galaten 3:27 terwijl hij zegt, “want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan.”
Met andere woorden, Jezus nam al onze zonden met Zijn doopsel over en stierf aan het Kruis zodat diegenen die in Hem geloven “gedoopt konden worden in Christus” door geloof. Daarom moeten we dit soort geloof bezitten.
 


We moeten een geloof bezitten dat verenigd is met Jezus’ doopsel

 
We moeten een geloof bezitten dat verenigd is met Jezus’ doopsel en Zijn dood. Er wordt gezegd, “want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan.” Deze passage betekent dat toen Jezus gedoopt werd door Johannes in de Jordaan, Hij al onze zonden in één keer overnam. Dit betekent ook dat Jezus’ dood aan het Kruis de verzoening was voor al onze zonden omdat Hij alle zonden van de wereld door Zijn doopsel op Zich had genomen. Door deze waarheid te begrijpen en erin te geloven, is het geloof dat ons met onze Heer verenigd.
We waren van Gods gerechtigheid gescheiden vanwege onze ongerechtigheden. Weet u dat Jezus al onze zonden en overtredingen wegnam toen Johannes Hem doopte? Jezus nam al onze zonden in één keer over door Zijn doopsel en stierf aan het Kruis om het loon van de zonden te betalen. We zijn wezens die alleen maar kunnen zondigen voor God gedurende ons hele leven. Daarom moeten we een geloof bezitten dat verenigd is met Christus, door de basis van ons geloof op Jezus’ doopsel en Zijn bloed aan het Kruis te leggen. We zullen alleen met Christus verenigd zijn als we geloven dat Jezus Gods gerechtigheid vervulde door Zijn doopsel.
Wie gehoorzaamde de wil van de Vader, de vervulling van Zijn gerechtigheid? Het was Jezus Christus Zelf. Jezus vervulde Gods gerechtigheid in één keer. Jezus kon alleen het loon van de zonden met Zijn dood betalen door al onze zonden over te nemen door het doopsel dat Hij van Johannes ontving. Als we verenigd willen zijn met Christus, moeten we geloven in Zijn doopsel dat al onze zonden in één keer en voor altijd wegnam.
We moeten ons met onze Heer verenigen en in Hem geloven, want Hij werd onze eeuwige Verlosser door Zijn doopsel. De enige optie die er voor u overblijft, is of u deze waarheid accepteert of niet. Om Gods kind te zijn door in Zijn doopsel en bloedvergieten aan het Kruis te geloven of om verdoemd te zijn tot de eeuwige dood in de hel door de waarheid te verwerpen, is absoluut aan u. Jezus werd gedoopt zodat onze zonden weggenomen konden worden (Mattheus 3:13-15).
Als we kijken naar Mattheus 3:15 dan vinden we ‘want aldus’ als een middel om alle gerechtigheid van God te vervullen. Het zinsdeel “want aldus” is “hoo’-tos gar” in het Grieks, wat ‘op deze wijze’ of ‘meest geschikt’ of ‘er is geen andere manier dan deze’ betekent, waarin wordt gesteld dat Zijn doopsel de zekerste manier was om onze zonden over te dragen. Dit woord maakt duidelijk dat Jezus de zonden van de mensheid onomkeerbaar op Zich nam door het doopsel dat Hij van Johannes ontving.
Toen Jezus gedoopt werd, werden al onze zonden aan Hem doorgegeven. We moeten in de waarheid in Romeinen 6:5-11 geloven, dat Jezus gedoopt werd zodat onze zonden afgeschaft konden worden en dat Hij aan het Kruis stierf om de mensheid vervolgens te redden.
Om iemand terug te betalen, moet u een som betalen die gelijk is aan uw schuld. Op dezelfde manier moeten we weten op welke wijze en hoeveel onze Heer het loon betaalde om van onze zonden af te komen.
Toen Jezus gedoopt werd, nam Hij alle zonden over die waren begaan vanaf het moment dat we werden geboren tot de leeftijd van 10 jaar, en dan van 10 tot 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90 en de zonden die we tot onze laatste adem zullen begaan. Hij nam al onze zonden weg door Zijn doopsel en Hij betaalde het loon. Jezus nam al onze ongerechtigheden in één keer over, zowel de ongerechtigheden die bewust alsook die onbewust zijn begaan. Jezus werd gedoopt om onze zonden weg te wassen en Hij betaalde het loon van de zonden aan het Kruis. Dit is de waarheid die vervat is in het evangelie van het water en de Geest en waar de Schrift over spreekt.
We kunnen hier zien dat de meeste christenen hun best doen om Jezus als hun Verlosser te aanvaarden door de Doctrine van Rechtvaardiging te vestigen en te ondersteunen, omdat zij het geheim van “het doopsel” waarover Paulus sprak niet begrijpen. Als Jezus niet naar de aarde was gekomen en het “doopsel” had ontvangen dat Johannes Hem gaf, dan zouden de zonden van de mensheid eeuwig zijn gebleven. Daarom moeten we niet geloven in zo’n valse doctrine die leert dat ons hart en lichaam in de loop van de tijd geheiligd kunnen worden.
De enige en eeuwige waarheid op deze aarde is dat Jezus werd gedoopt en al onze zonden overnam. Geloof in het evangelie van het water en de Geest helpt ons alle valse doctrines te overwinnen en brengt de overwinning naar diegenen die geloven. Daarom moeten we in deze waarheid geloven. Sommige christenen gaan naar de hel terwijl ze niet wedergeboren zijn, omdat zij zich niet verenigd hebben met Jezus’ doopsel.
Heeft u ooit een afbeelding gezien van een hart doorboord met een dolk? Het toont de opofferende liefde van God. God houdt zoveel van ons dat Hij ons van al onze zonden gered heeft met het evangelie van het water en de Geest. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe” (Johannes 3:16).
U moet de liefde die Jezus ons gaf door gedoopt te worden en al Zijn bloed aan het Kruis te vergieten, accepteren. Onze harten moeten zich verenigen met de gerechtigheid van God. We moeten in eendracht met Jezus leven. Een gelovig leven in vereniging met de gerechtigheid van Christus is prachtig. Paulus zegt nadrukkelijk in Romeinen hoofdstuk 6 dat we moeten leven door geloof in eendracht met Gods gerechtigheid.
Dienen wij, zoals Paulus zegt in Romeinen 7:25, de wet van God met onze gedachten, maar de wet van de zonde met ons vlees? Doen we dat? Ja, dat doen we. Daarom moeten wij, net als Paulus, altijd een hart hebben dat verenigd is met Gods gerechtigheid. Wat gebeurt er als we ons hart niet met de gerechtigheid van onze Heer verenigen? Volledige vernietiging!
Zij die zich verenigen met Gods gerechtigheid leven hun levens verenigd met Zijn kerk. Als u in Gods gerechtigheid gelooft, moet u zich met Zijn kerk en Zijn dienaren verenigen. Het vlees probeert altijd de wet van de zonde te dienen, dus moeten we door geloof leven en herhaaldelijk nadenken over Gods wet van leven. Als we dit in gedachten houden en elke dag over Gods gerechtigheid nadenken, zullen we met Hem verenigd worden. Daarom zegt de Bijbel dat de beesten die herkauwen, rein zijn (Leviticus 11:2-3).
Verenig u met Gods gerechtigheid. Voelt u een nieuwe kracht omhoogkomen of niet? Probeer u nu met Gods gerechtigheid te verenigen! Laten we zeggen dat u uw hart met Jezus’ doopsel heeft verenigd. Heeft u dan nog steeds zonde in uw hart of niet? -Dat hebben we niet- Nu is Jezus Christus aan het Kruis gestorven. Geloof dit in uw hart. Heeft u uw hart ook met dit feit verenigd? Zijn wij dan gestorven of niet? -Wij zijn dood- En is Christus van de dood herrezen? -Ja- Dan zijn wij ook van de dood herrezen. Als we onze harten met Christus verenigen, worden onze zonden weggewassen; we zijn samen met Hem aan het Kruis gestorven en samen met Christus uit de dood opgewekt.
Wat gebeurt er als we ons niet met Christus verenigen? “Waar heeft u het over? Oh ja, u hebt het over Jezus’ doopsel. U bedoelt, in het Oude Testament was het het opleggen van handen op het zonde-offer, en in het Nieuwe Testament is het het doopsel dat Jezus van Johannes ontving. Misschien is dat juist! Maar wat is hier zo geweldig aan dat iedereen er zoveel ophef over maakt?”
Diegenen die alleen in theorie in Zijn doopsel geloven, hebben geen waar geloof, dus verlaten zij uiteindelijk Christus. Het theoretische geloof, zoals de informatie die studenten van hun leraren op school leren, is niet genoeg om Gods gerechtigheid te verdienen. Maar er zijn studenten die hun leraren werkelijk respecteren en zij proberen het karakter en het leiderschap van hun leraren te leren. We moeten Gods woorden niet als louter kennis aanvaarden, maar het in ons hart verankeren, samen met Zijn karakter, liefde, genade en rechtvaardige woorden. We moeten onze verlangens weggooien om alleen de kennis te leren wanneer we het Woord van God leren. 
De gedachten van diegenen die al diep verenigd zijn met Gods Woord, zijn vastbesloten de Heer te dienen en hebben een goede vriendschap met Hem, en ze worden niet gemakkelijk afgeleid door situaties. Zij bewegen zich alleen met omzichtigheid om de Grote Opdracht te bereiken. Maar kleine dingen hebben gemakkelijk invloed op diegenen die hun hart nog niet met Hem verenigd hebben.
We moeten ons geloof verenigen met de gerechtigheid van onze Heer. We moeten ons hart niet laten wankelen door de kleine dingen van de wereld. Zij die hun hart met Christus hebben verenigd, zijn in Jezus gedoopt, stierven met Hem aan het Kruis en herrezen met Hem om gered te worden van al hun zonden. We zijn geen mensen van deze seculiere wereld, daarom moeten we geloven dat we ons moeten verenigen met Zijn gerechtigheid om Hem te behagen, die ons de dienaren van Zijn gerechtigheid noemde.
Als u zich met Gods gerechtigheid verenigt, zal uw hart altijd in vrede en gevuld zijn met vreugde, omdat de kracht van de Heer de onze zal zijn. We kunnen een enorm gezegend leven leiden omdat God ons overvloedig Zijn zegeningen en goddelijke macht verleent. 
Laat uw hart zich verenigen met Gods gerechtigheid. Dan zult u in staat zijn om u te verenigen met Gods dienaren, zoals ik, terwijl u een sterk geloof heeft in Zijn woord door wederzijdse vriendschap en u zult Zijn werk ijverig dienen. De Heer heeft uw zonden weggewassen ook al is uw geloof nog zo klein als een mosterdzaadje. Blijf met Hem verenigd, vooral met Zijn doopsel, ook al bent u ontoereikend. 
We danken God dat Hij ons het geloof heeft gegeven dat verenigd is met de Heer door het doopsel van Jezus en Zijn bloed aan het Kruis. We moeten ons hart met de Heer verenigen vanaf nu tot de dag dat we onze Heer ontmoeten. We zijn zelf zwak, dus moeten we ons verenigen. Hebt u het geloof geleerd om uw hart te verenigen met de gerechtigheid die Jezus heeft vervuld? Verkreeg u het geloof dat verenigd is met Jezus’ doopsel? U moet nu het geloof bezitten dat verenigd is met Jezus’ doopsel en bloedvergieten. Diegenen die zo’n geloof niet bezitten, zullen er niet in slagen gered te worden en een ontrouw leven leiden. Daarom is Gods gerechtigheid essentieel voor uw leven.
Door u met de Heer te verenigen zal u de zegening van de vergeving van zonden brengen en u zult leven als Gods kind door het geloof in Gods gerechtigheid. Het is mijn diepste wens dat Gods gerechtigheid uw gerechtigheid wordt. Jezus Christus is de Heer van uw geloof en Gods gerechtigheid. Geloof! En verkrijg Gods gerechtigheid. Dan zullen Gods zegeningen met u zijn.
 

We moeten God niet alleen onze toewijding aanbieden
 
Sommige christenen geloven niet in Gods gerechtigheid en prijzen alleen de Heer, “♫ Oh, God neem wat mijn is en maak het de Uwe, ♫ Mijn kleine devotie, mijn leven, mijn offer, ♫ Alhoewel het klein is, ik geef het allemaal aan U, mijn Koning. ♫ Ik zal alleen voor u leven mijn Heer! ♫ Oh, de Heilige Geest komt als vuur.” We moeten niet worden zoals zulke christenen. Zij komen elke dag om te prijzen en blijven hun toewijding voor God neerleggen, zodat God geen enkele kans heeft om iets voor hun te doen.
Mensen vallen God lastig door te toegewijd te zijn. God is onze blinde toewijding beu. Zij dringen er bij God op aan hun “menselijke” gerechtigheid te ontvangen. Zij roepen onophoudelijk naar de Heer, “Oh, God! Accepteer onze toewijding!” terwijl ze de vloer dweilen, de drempel vegen, bidden, prijzen en zelfs eten. Het is uitdagend dat de meeste christenen tegenwoordig gewoon tegen Jezus zeggen dat Hij hun toewijdingen van het vlees moet accepteren, terwijl ze Gods gerechtigheid niet kennen noch erin geloven. We moeten onze toewijding voor een tijdje opzet zetten en Gods gerechtigheid aanvaarden, die bestaat uit het doopsel van Jezus en Zijn bloed aan het Kruis.
Onze toewijdingen van het vlees hebben geen enkel effect voor God. Maar mensen vragen God nog steeds om hun toewijdingen te aanvaarden en in ruil daarvoor hun zonden te vergeven. Het is net zo dwaas als een smerige en arme bedelaar die al zijn bezittingen aan een miljardair geeft en vraagt om in het herenhuis te wonen als compensatie voor het waardeloze en smerige offer. God wil niet dat we opscheppen over onze eigen rechtvaardigheid. God wil dat we in Jezus’ doopsel en Zijn bloed aan het Kruis geloven.
Het christendom is niet het soort religie dat mensen in deze wereld hebben gecreëerd. Het christendom is niet zoals andere wereldse religies zoals het Boeddhisme, dat vereist dat men voortdurend bidt, buigt en zichzelf reinigt. We zouden niet zo’n geloof moeten hebben; buigend en biddend voor zegeningen, voor de grondlegger van een wereldse religie. We moeten niet onze toewijding geven en Zijn zegen ervoor vragen, maar in plaats daarvan moeten we Gods gerechtigheid kennen en aanvaarden omdat Hij het ons wil geven.
We zullen de vergeving van zonden ontvangen als we geloven in Jezus’ doopsel van Johannes en Zijn bloedvergieten aan het Kruis. Jezus werd gedoopt om de zonden van de wereld over te nemen en Hij stierf terwijl Hij de zonden voor eens en altijd uitwiste. Daarom hoeft Hij Zijn doopsel en dood niet te herhalen.
Hebreeën 10:18 verklaart, “Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.” Jezus nam al onze zonden weg door gedoopt te worden en door één keer te sterven, terwijl Hij alle gerechtigheid van God volbracht. Nu hebben ons geloof in het doopsel en het bloed van Christus onze relatie met God hersteld.
Paulus zegt verder, “Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden deszelven lichaams” (Romeinen 6:12). We zullen met Jezus Christus regeren, die onze Heer is en de eeuwige Koning der koningen. De zonde zal geen heerschappij over u hebben. De tijden dat de zonde over ons heerste, zijn voorbij. We moeten de goddeloze hebzucht of de ambities van ons vlees niet volgen. We kunnen al deze dingen competent overwinnen omdat God ons Zijn volmaakte gerechtigheid gaf.
 


Bied uw hart en lichaam aan als werktuigen van Gods gerechtigheid

 
“En stelt uwe leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; maar stelt uzelven Gode, als uit de doden levende geworden zijnde, en stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid” (Romeinen 6:13).
Paulus spreekt over drie belangrijke grondstellingen om de zonde te weerstaan. Allereerst moeten we onze sterfelijke lichamen niet in zijn lusten gehoorzamen. We moeten weigeren wat onze oude ego’s met lusten proberen te doen. Ten tweede mogen we onze leden niet aanbieden als werktuigen van zonde. We moeten voorkomen dat onze leden, die onze capaciteiten zijn, worden gebruikt als werktuigen van onrechtvaardigheid. Ten derde, moeten we onze leden aanbieden als werktuigen van Gods gerechtigheid. 
Voordat we in Jezus geloofden, boden we onze handen, voeten, mond en ogen aan om te zondigen. We werden werktuigen van zonde en volgden waarheen het ons ook leidde. Maar nu moeten we beslissen om ons ervan te weerhouden onze leden te gebruiken als werktuigen van onrechtvaardigheid om te zondigen. We moeten de zonde niet zonder enige weerstand over ons laten heersen. Wanneer de verleiding van zonde nadert, moeten we verklaren, “Zonde, je bent in Christus gestorven.” En we moeten bekennen dat God de Heer is van ons hele bestaan.
In een geloofsleven moeten we zowel de dingen in gedachten houden die wel en niet moeten worden gedaan. We moeten onze leden niet aan de zonde aanbieden, maar ze aan God aanbieden. Wat we moeten doen, is net zo belangrijk als wat we niet moeten doen. Als we niets aan God aanbieden, betekent dit bijgevolg dat we het aan de zonde aanbieden. Als we bijvoorbeeld onze tijd aan God aanbieden, zullen we geen tijd hebben om die aan de zonde aan te bieden. We moeten vijanden van de zonde worden en tot één familie van God worden.
U zou kunnen zeggen, “Ik ben niet moedig genoeg om de zonde te overwinnen.” Maar Paulus verteld ons in Romeinen 6:14 dat we niet zo moeten denken: “Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.” Als we nog steeds onder de heerschappij van de zonde zijn, zullen we zeker weer zondigen. Maar als we onder Gods genade zijn, zal het ons vasthouden en ons de overwinning geven. Dus bidt de Psalmenschrijver, “Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen” (Psalmen 119:133).
Zolang we op deze aarde leven, zal de zonde een weg naar ons vinden. Zelfs als we erkend hebben dat we al in Christus gestorven zijn, zal de zonde nog steeds proberen ons omver te werpen en te regeren. Als we proberen om voor onszelf rechtvaardig te zijn onder de wet, kunnen we niet worden bevrijd van de heerschappij van de zonde. Maar we moeten in gedachten houden dat we geloven in Gods gerechtigheid. De zonde kan zo niet over ons heersen. We moeten dit weten en uitroepen.
U moet allemaal in Gods gerechtigheid geloven en het met uw monden belijden. “Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid” (Romeinen 10:10). Het is echt belangrijk voor u om met uw hart in Gods gerechtigheid te geloven en het met uw mond te belijden.
Daarom, telkens wanneer de zonde over ons probeert te heersen, elke keer als woede onze gedachte beheerst, elke keer als overspel en ontucht ons proberen te bederven, hebzucht ons probeert te verleiden om anderen te bedriegen om ons leven te verbeteren, haat en achterdocht groeien, of jaloezie bezitneemt van ons hart, moeten we roepen: “Jezus heeft al deze zonden weggenomen!” We moeten met geloof roepen, “Zonde! Je kunt me niet regeren. God, met Zijn gerechtigheid, redde me volledig van al mijn zonden, vernietiging, vloeken en van Satan.”
Het zinsdeel, ‘we leven voor God’ betekent dat we rechtvaardig leven vanwege ons geloof in Zijn gerechtigheid. Gods gerechtigheid maakte diegenen die in Jezus’ doopsel en bloed geloofden, volmaakt. Daarom stierven we voor de zonde en leefden we voor God door het geloof in Zijn gerechtigheid. Er is niets zo belangrijk als weten en belijden dat we geestelijk herrezen zijn door in Gods gerechtigheid te geloven.
Paulus zegt dat waar de zonde overvloedig aanwezig is, de genade veel overvloediger aanwezig is (Romeinen 5:20). Toen begrepen de mensen hem verkeerd en zeiden dat men moest blijven zondigen om meer genade te verkrijgen. Maar Paulus berispte hen. Dingen zijn nog steeds aanwezig nadat men in Zijn doopsel en bloed is gaan geloven. De wereldse zonden zullen ons omringen en proberen onze harten over te nemen.
Maar wanneer dat gebeurt, kunnen we op Gods gerechtigheid vertrouwen en onze zwakheden of wantrouwen met geloof overwinnen. We kunnen leven als Gods kinderen, met wie Hij zeer tevreden is. Met zo’n geloof, waren we in staat om voor de zonde te sterven en voor God te leven. We kunnen de rest van ons leven, leven door in Gods gerechtigheid te geloven en deze na te streven, en we zullen voor eeuwig in Zijn Koninkrijk leven als we daar eenmaal zijn. 
Romeinen 6:23 zegt, “Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere.” Amen. Diegenen die Christus als hun Verlosser erkent hebben, geloven in de kracht van Zijn doopsel en het effect van het oordeel van het Kruis. Amen.
Halleluja! Prijst de Heer!